I dream of paradise

18 maart 2019 - Bangkok, Thailand

Iedereen die naar Azië wil en houd van mooie natuur, kan ik het noorden van Vietnam aanraden. Het is er ongelooflijk mooi en de mensen zijn vriendelijk (en nog vriendelijker als je wat bij ze koopt). Hanoi is de leuke hoofdstad in het noorden van Vietnam. In de winterperiode is het er soms een beetje fris (‘maar’ 20 graden) en vaak regenachtig. Toch is het zeker de moeite waard om te bezoeken. Niet in de laatste plaats vanwege de vele marktjes en grappige winkelstraatjes. Elke straat in Hanoi heeft een bepaalde soort winkels. Zo heb je een straat waarin ze alleen verlichting verkopen, een straat met alleen snoep, een straat met alleen schoonmaakmiddelen, en straat met kantoorartikelen, een straat met plakband en behang en een straat voor speelgoed. In Hanoi ga je dus ook niet naar een specifieke winkel als je iets nodig hebt, maar naar een specifieke straat. Iedereen in de straat verkoopt ook precies hetzelfde. Nu zat ik niet echt verlegen om een grote rol duct tape of behang, waardoor ik niet geprobeerd heb te onderhandelen tussen verschillende winkeleigenaren, maar ik ga ervanuit dat je een goeie onderhandelingspositie hebt.

Ducttapestraat Hanoi

Belangrijk is wel om je hostel goed uit te kiezen. Het eerste hostel waarin ik verbleef bleek echt verschrikkelijk. Dat de voorzieningen belabberd waren was nog niet eens het grootste punt. Na zoveel weken op reis vind ik het niet meer erg dat de bedden keihard zijn en de douches ijskoud. In de heel warme kamer bleek alleen de airconditioning stuk. Er was wel een ventilator en dat was een prima oplossing geweest als de andere mensen in de kamer de ventilator niet telkens uitzetten. Slapen zat er daarom niet in. De volgende ochtend ben ik dan ook samen met de Australische Tim naar een ander hostel verkast. Deze had persoonlijke ventilators bij de bedden, zachtere matrassen én af en toe een warme douche. Bovendien was hier iets meer te beleven. Vanuit Hanoi kun je namelijk onder andere Sapa en Halong Bay bezoeken. Hier wilden we graag heen, maar het weer bleek erg slecht. We zijn daarom een paar dagen langer in Hanoi gebleven om te wachten op mooier weer in die gebieden.

Het hostel organiseerde een gratis tour door de stad waar we graag een meededen. Hier leerden we over de vele markten, het beste eten en drinken in Hanoi, waar je geroosterde hond kunt kopen en dat het de moeite waard niet is om te betalen voor een tempel midden in het meer. Helaas was ik snipverkouden geworden door de motorrit van Hoi An naar Hue en kon ik mensen niet zo goed verstaan. Ik heb daarom tijdens de tour vooral om me heen gekeken naar de mensen. Er zijn veel jonge kinderen in Vietnam die er allemaal overigens heel cool uit zien. De ouders weten wel hoe ze hun kinderen moeten aankleden, met schattige Mickey Mouse petjes, broekjes met bretels of jurkjes. Eén jochie liep voorbij met een opblaasbaar varken op wieltjes vanwege het Vietnamees nieuwjaar. Dat varken vond ik de volgende avond op een markt en heb ik zonder te onderhandelen gekocht. Gewoon zo 1 euro op tafel gelegd! Het varken is nu het trotse bezit van mijn nichtje Nora. Als tante wil je toch met goeie cadeaus thuiskomen.

Hanoi big

Tijdens de tour kwam er een Vietnamees meisje van een jaar of tien naar me toe om te vragen of ze even met mij mocht praten in het Engels. In Vietnam gebeurt het vaker dat scholieren en studenten hun Engels willen oefenen door te praten met buitenlanders. Dit meisje was erg lief en kon al erg goed Engels praten. Haar moeder stond overigens twee meter verderop alles te filmen, dus het is niet zo dat Vietnamezen hun kinderen maar zo op straat sturen om met wildvreemden te praten. Na de tour zouden we eigenlijk de stad verder verkennen. We waren allebei alleen erg moe en besloten daarom dat het tijd was om naar de bakker te gaan en van al het gebak twee stukjes te kopen. Ik denk dat we zijn weggegaan met 30 gebakjes met een totale waarde van wel zes euro. De bakker keek ons vol verbazing aan toen we meer bleven bestellen. Nu wil ik er wel bij zeggen dat het niet om enorme hoeken ging, maar meer om kleine hapjes. Ik ben goed in taart eten, maar kan niet in mijn eentje een hele taart op in een keer. We hebben het meegenomen naar het hostel en daar film gekeken. Dat is na zo lang onderweg zijn echt wel even fijn.

De volgende ochtend besloten we naar het Ho Chi Minh Mausoleum te gaan. Dat complex bleek veel groter dan we dachten, met ook paleizen en andere musea erbij. Deze sluiten allemaal tussen de middag en wij kwamen wat later aan, waardoor we alleen het mausoleum hebben kunnen bekijken. Dat was toch iets anders dan ik had verwacht. Ik dacht dat we een graf als in graftombe gingen bezoeken, maar Ho Chi Minh ligt gebalsemd opgebaard in een open kist waar je in een rondje omheen kan lopen. Stilstaan of foto’s maken mag niet. Later las ik dat de beste man dit zelf absoluut niet had gewild en nadat ik het heb gezien snap ik wel waarom. Het is toch wat bizar. Omdat alle andere gebouwen al gesloten waren toen wij naar buiten kwamen zijn we naar het Etnisch Museum van Vietnam geweest. In Vietnam leven namelijk verschillende groepen die ook allemaal iets andere gebruiken hebben en er iets anders uitzien. Bovendien spreken ze in het zuiden bijvoorbeeld anders Vietnamees dan in het noorden. Na het bezoek aan het museum besloten we naar een markt en de bierstraat te gaan, waar we vooral mensen hebben gekeken.

Hanoi Mausoleum

Op maandag kregen we een foodtour van student Minh die ons naar verschillende plekjes bracht. Het eten was erg lekker, al moest ik soms wel moeite doen om niet naar de kakkerlakken die van plafonds vielen te kijken. Azië went. Die avond was het eindelijk tijd om naar Sapa te gaan. Met de nachtbus werden we naar het plaatsje gebracht waar we rond vier uur ’s nachts aankwamen. Gelukkig lieten ze ons vervolgens nog twee uur slapen voordat we werden opgehaald door onze guesthouse voor de tour. Sapa is erg mooi al kun je zien dat het steeds toeristischer begint te worden. Het blijft een schattig plaatsje in de bergen omringd door rijstvelden. Het is het thuis voor de H’Mong, een minderheidsgroep in Vietnam. Ze dragen heel kleurrijke kleding en verkopen dit ook graag aan je. Tijdens onze trekking door de omgeving liepen vier vrouwen mee met manden op hun rug. Nadat we al twee uur hadden gelopen en ze ons hadden voorzien van varens in de vorm van hartjes was het wel de bedoeling dat we wat kochten. Toen bleek dat niemand iets wilde gingen ze terug naar het dorp. Lopen tussen de rijstvelden was zo mooi. Het rijst was nog niet ingezaaid, waardoor we het water in de terrassen konden zien en het iets minder groen was maar dat maakte het niet minder indrukwekkend. In de rijstvelden lopen biggetjes, kuikentjes en ossen. Na een tocht van 14km kwamen we weer aan bij de guesthouse. Toen we met de groep een café met terras opzochten probeerden een paar vrouwen weer wat te verkopen. Ik had het inmiddels best koud en wilde wel een sjaal. De prijs die ze vroeg vond ik te hoog en dat vertelde ik haar ook. Daarna vroeg ze mij naar mijn prijs, maar ik vertelde haar dat ik niet goed in onderhandelen was en het wilde laten. Toen zei ze: “It’s easy, I name a price, you say half, I say no and then you go up a bit!” En dus ben ik nu in het bezit van een sjaal waarvan ze zegt dat ze die zelf gemaakt heeft maar waarvan ik vrij zeker weet dat deze uit China komt.

Sapa H'MongSapa rijstSapa biggetjesSapa uitzichtSapa

Sapa groep

Sapa rijstvelden

De volgende ochtend moesten we er weer vroeg uit om een tweede trekking te gaan doen, dit keer naar een waterval. Het was iets meer bewolkt dan de eerste dag. Niet erg, want het eerste uur bestond uit een steile klim. Gelukkig bleek bovenaan het uitzicht de klim meer dan waard! De waterval was erg mooi. Toen we er al waren zei de gids dat we erin mochten zwemmen. Niemand had zich daarop voorbereid en het water voelde bovendien aan als net boven vriespunt, dus zijn er maar weinig in gegaan. Na de trektocht werden we gedropt in Sapa zelf om weer terug naar Hanoi te gaan.

Sapa uitzicht wolkenSapa groep 2Sapa watervalSapa town

Lang bleef ik niet in Hanoi, want de volgende ochtend gingen Tim en ik naar Halong Bay. Dat is een plek waar ongeveer 3000 kleine eilandjes zijn. Een jaar of 30.000 lag dat allemaal onder water, maar door een grote aardbeving zijn de rotsen uit de zee omhoog gekomen. De beste manier om Halong Bay te bezoeken is door een boottocht met overnachting te doen. Dit keer bestond de groep niet uit alleen backpackers, dus was ik wel blij dat ik met iemand was die ik goed kende. Het was een goed uur varen voordat we in de buurt kwamen van onze aanlegplaats op het water voor die avond. We hadden nog veel tijd, dus werden we eerst rondgeleid in een enorme grot. Ik vroeg onze tourleider nog of er veel fossielen gevonden waren. Hij begreep mijn vraag niet zo, dus vroeg ik naar versteende dieren. Toen hij daarna zei dat er versteende krokodillen en schildpadden waren vond ik dat erg cool. Tot het moment waarop ik zag dat ze naar stenen in de vorm van dieren wezen. Mocht iemand nog op zoek zijn naar het fossiel van King Kong, er is een rotsformatie in die grot die daar precies op lijkt. Toch iets minder cool. Daarna werden we naar een ander eilandje gebracht waar ze treden helemaal naar boven hebben gemaakt. Het uitzicht was erg mooi. Halong Bay is alleen zo populair dat je met 400 boten in de baai bent en ook met duizenden andere toeristen een eilandje bezoekt. Soms was het dan ook echt dringen bij de uitzichtpunten en sommige mensen maakten er een enorm drama van. Ik heb me laten vertellen dat Ninh Binh in het zuiden een vergelijkbaar landschap heeft maar veel minder druk is. ’s Avonds heb ik nog geprobeerd om inktvis te vangen vanaf de boot, maar als ik één ding heb geleerd is dat ik niet goed ben in vissen. Medereisgenoten vroegen nog of ik het juiste aas wel gebruikte. Aangezien we geen aas gebruikten denk ik dat het daar toch wel in zit.

Halong BayHalong Bay uitzichtHalong Bay uitzicht (2)Halong Bay grotHalong Bay bootjes

De volgende morgen bezochten we een parelboerderij, waar ze oesters hielden om parels te kweken. Daarna stapten we nog in een kajak voor een korte tocht. Ik had graag langer in de kajak gezeten, maar helaas was er geen tijd meer voordat we teruggebracht werden naar de haven. Frustrerend was dat we daar vervolgens weer lang moesten wachten omdat de toeristenpolitie wilde controleren wie aan boord was. Gelukkig konden we na de controle wel snel weer vertrekken naar Hanoi. Dit was meteen mijn laatste stop in Vietnam. Vanuit Hanoi vlogen Tim en ik een dag later naar Chiang Mai in Thailand, maar niet voordat we egg coffee en egg hot chocolate hadden gedronken. Het is een bekende drank in Vietnam gemaakt van opgeklopt ei. Het is verrassend genoeg erg lekker! De ontmoeting tussen Donald Trump en Kim Jong Un vond later die week plaats in Hanoi en overal waren de voorbereidingen al in volle gang. Amerikaanse, Vietnamese en Noord-Koreaanse vlaggen hingen overal, kappers boden aan je haar te knippen zoals Donald of Kim en op de luchthaven vloog de US Airforce af en aan.

Egg coffee

Ik heb niet afgewacht hoe Hanoi zou zijn tijdens de top, want op zaterdagavond stond ik in Chiang Mai. Hier vertelde de hosteleigenaar dat we erg veel geluk hadden aangezien we precies op tijd waren voor de zaterdagmarkt. Dat de zondagmarkt nog groter en beter was vertelde hij de volgende dag pas. Ik heb me erg in moeten houden om niet de vogelspinnen, krokodillen, slangen en schorpioenen te eten, maar het is gelukt. Gelukkig was ook normaal eten te vinden, al was het bij die kraampjes wel erg druk. In Azië eten ze veel durian, een fruit dat we in Nederland niet hebben. In het openbaar vervoer en hotelkamers verbieden ze het eten van het fruit. Het stinkt namelijk enorm naar kots. Ik wilde het op zich proberen, maar toen zelfs locals tegen mij zeiden dat ze durian niet te doen vonden heb ik het maar gelaten. Je praat uiteindelijk wel tegen de mensen die spinnen en schorpioenen lekker eten vinden.

In Thailand hebben ze trouwens alweer meer respect voor verkeersregels dan in Vietnam. Waar je in Vietnam leert dat je rustig moet gaan lopen, ongeacht welke kleur het verkeerslicht heeft, veroorzaakte ik met die strategie een kleine verkeersopstopping in Chiang Mai. Blijkt dat ze daar toch wel waarderen dat je stopt voor een verkeerslicht.

Chiang Mai is een leuke plaats met een mooie oude stad. In de oude stad vind je heel veel tempels. Ook hier geldt dat je je moet bedekken voordat je naar binnen gaat, waar ik erg blij mee was in 35 graden. We hebben drie tempels bezocht voordat we het wel best vonden. Uiteindelijk zit er een limiet aan het aantal tempels dat je kunt bekijken voordat je er niets meer aan vind. De tempels die we hebben bezocht waren wel erg mooi en werden door locals ook drukbezocht. Toen we onderweg waren naar de derde tempel zag ik een bordje waarop stond dat ze bitterballen in een restaurant verkochten. Bleek dat ze niet alleen bitterballen hadden, maar ook kroketten en frikandellen. We hebben dan ook eerst een hele Nederlandse snackbar naar binnen gewerkt voordat we naar tempel drie vertrokken. Wat mij betreft een goede dag!

Chiang Mai tempelChiang MaiChiang Mai tempelsChiang Mai gouden tempelChiang Mai Buddha tempel

Hoewel de oude stad een grote attractie van Chiang Mai is, staat de plaats vooral bekend vanwege de vele olifantenopvangen die er zijn. Voordat ik vertrok voor deze reis had ik al besloten dat ik naar zo’n opvang voor geredde olifanten wilde. Getemde olifanten worden in Thailand veel gebruikt voor het toerisme of voor de illegale houthandel. Om een olifant voor je te laten werken moet je ze eerst mentaal breken. Dat is een maandenlange mishandeling die te gruwelijk is voor woorden. In Chiang Mai worden veel van deze olifanten overgekocht om ze een rustiger leven te geven. Er blijken er alleen veel meer te zijn dan ik vooraf had verwacht. Er eentje kiezen was dan ook lastig, omdat de olifanten alsnog lang niet altijd goed behandeld worden. Zo kun je in sommige opvangen nog steeds op olifanten rijden of doen ze heel veel trucjes. En sommige olifanten hebben nog een ijzeren ring door hun neus om ze in bedwang te houden. Dat wilde ik allemaal niet. Wel bieden vrijwel alle opvangen aan dat je ze eten geeft en wast. Het zijn geen wilde dieren meer en ze weten niet meer hoe ze dit zelf moeten doen. Uiteindelijk ben ik naar een opvang gegaan waar je ze wel kunt eten geven en wassen, maar niet mag berijden of trucjes met ze doen. En ik heb een van de leukste dagen tijdens mijn tijd in Azië gehad. De olifanten zijn toch nog een tikkie groter dan ik dacht toen ik er naast moest staan. We moesten blauwe uniformen aan, waardoor ik het gevoel kreeg een gevangene te zijn die op een uitje was. Zeker toen we onze naam in het Thais nog op onze arm kregen geschreven met blauwe stift. Het blauwe uniform heeft wel een reden, want olifanten zien alleen de kleuren blauw en rood goed. Zelf vond ik het ook wel een fijn idee dat de olifant me in ieder geval zag staan. Elke olifant wordt begeleid door een mahout, een olifantenverzorger die altijd bij de olifant is. De olifanten kennen ze dan ook goed en als ze even alleen willen zijn lopen ze naar hun mahout toe. We moesten onze zakken volstoppen met bananen (“more banana, more love!”) en konden deze aan de olifanten geven. In het begin namen ze genoegen met ongepelde bananen, maar nadat ze doorhadden dat er heel veel waren wilden ze graag bananen zonder schil. Een van de olifanten had een baby. Deze baby was al drie jaar en woog een paar ton, maar toch is het een kleintje waar we heel voorzichtig mee moesten zijn. De baby weet namelijk niet wat hij moet doen met een slurf en hoeveel hij weegt.

Chiang Mai Elephant Sanctuary

Na het eten geven gingen we naar een bananenboerderij om bomen om te hakken en de stam aan de olifanten te geven. Een bananenboom lijkt meer op een grote stengel en is dus makkelijk om te hakken. Het binnenste bestaat vooral uit water. Het smaakt een beetje als selderij (ik heb geproefd). De olifanten waren er gek op. We liepen met de stammen in de hand mee naar een veld om deze aan hun te geven, maar de olifanten waren soms wat sneller dan wij. Vlakbij het veld was een grote modderpoel, waar we de olifanten insmeerden met modder. De modder rook niet al te fris en toen er na de olifanten weg waren een moddergevecht uitbrak was ik erg blij dat we daarna in een andere poel zowel de olifanten als onszelf konden afspoelen. Het was één van de leukste dagen in Azië!

Chiang Mai Elephant Sanctuary (2)Chiang Mai olifant

De lucht in het noorden van Thailand was wel erg slecht. Rond deze tijd van het jaar verbranden de boeren de gewassen op hun land, plus een beetje meer. Overal zie je dan ook smog en ruik je de rook. Onderweg naar het plaatsje Pai, wat een enorm mooie route is met mooie uitzichten, moesten we het dan ook doen zonder vergezichten. Op een gegeven moment was Pai de slechtste plek ter wereld om te zijn en raadden de autoriteiten aan binnen te blijven. Maar toen ik dat hoorde zat ik al op een open wagen om naar de bezienswaardigheden te gaan.

Pai is een echt hippiestadje. Overal verkopen ze hippiekleren, tatoeages zijn je van het en de toeristen prediken wereldvrede. Het is grappig om rond te lopen en bovendien is het er erg mooi. Elke avond vanaf zes uur wordt de weg door het dorp afgesloten om er een looproute van te maken. De inwoners zetten dan hun kraampjes op om eten en spullen te verkopen. Het eten is erg lekker en het is fijn om even het verkeer te hoeven ontwijken. Ons hostel organiseerde kroegentochten, dus we hebben ons in de avond goed vermaakt.

De tour die ik heb gedaan bracht ons naar een standbeeld van een witte Boeddha waarvoor we enorme trappen op moesten lopen. Het is letterlijk alleen een standbeeld en de mooie uitzichten die er zouden zijn waren er door de vervuiling niet. Ik vond het het dan ook niet waard om al die trappen voor op te lopen. Maar toen stond ik natuurlijk al bovenaan. Daarna werden we bij een uitzichtpunt afgezet (wederom geen uitzicht) en vervolgens naar een hele mooie grot gebracht. In de grot is geen elektriciteit aangelegd, waardoor je met een gids die een petroleumlamp vasthoudt mee moet. Dat maakte het uiteindelijk wel een stuk leuker! Binnen in de grot waren veel mooie rotsformaties en weer werden rotsen die op dieren leken aangewezen. Tim was zo vriendelijk om ook de enorme spin even aan te wijzen. Heel attent. De laatste kamer in de grot kon je alleen per boot bezoeken, dus werden we op bamboe vlotjes gezet en in het donker te midden van duizenden vleermuizen naar het laatste stukje gebracht. Pai staat ook bekend om de vele warmwaterbronnen die er zijn. Het was 37 graden en op ons programma stond ook een bron. Ik had daar niet zoveel behoefte aan, maar de bron was lauw in plaats van warm, waardoor het toch wel erg lekker was om in te gaan. De laatste stop was een drukke canyon om de zonsondergang te kijken. Er waren zoveel mensen dat je de zon eigenlijk niet meer kon zien, dus had dit van mij ook niet echt gehoeven. Maar toen stond ik er natuurlijk al.

Pai White BuddhaPai grot rotstekening

Pai bamboeraft

Pai canyon zonsondergang

De tweede dag bezochten we een natuurconserveringsinstituut, die bomen planten om de grote ontbossing van Thailand terug te dringen. Ook zij hadden een olifant, maar daar was het idee dat de olifant weer leert om voor zichzelf te zorgen om vervolgens in het wild te worden vrijgelaten. Ook deze olifant mochten we te eten geven.

Pai elephant sanctuary

Na Pai ging ik door naar Khao Yai National Park, om hopelijk wilde olifanten te spotten. Dit betekende wel dat ik afscheid moest nemen van Tim, wat ik erg vervelend vond. Na zoveel weken samen ben je toch maatjes. Na 33 uur reizen kwam ik eindelijk aan in Pak Chong, waar ik werd opgehaald door de mensen van het guesthouse. Ik had een privékamer(!) en kon meteen ’s middags mee met de eerste tour. Hier gingen we nog niet meteen het nationale park in, maar bezochten we een waterbron vlakbij en vleermuisgrotten. Bij de waterbron keek de Thaise bevolking hun ogen uit toen wij met onze westerse badkleding het water in gingen. Mensen begonnen spontaan foto’s te maken en te filmen en ik heb zelfs een paar jongens van achter de bomen naar alle meisjes zien gluren. Ik kon er wel om lachen. Daarna werden we naar een vleermuisgrot gebracht. De hele tijd had de tourleider ons al dieren laten zien, voornamelijk insecten. Nu vroeg hij ineens wie de vierde Harry Potterfilm had gezien. Toen wist ik al wat komen ging, dus toen hij de schorpioenspin tevoorschijn haalde stond ik al aan de andere kant van de grot. Hij liet hem iedereen over de hand lopen, maar dat ging echt niet gebeuren. Hij zei me nog “Are you sure you don’t want to? This could be the only opportunity in your life to do this.” Waarop ik antwoordde: “Wouldn’t that be wonderful, if I never get this opportunity again.” Ik heb een python om mijn nek gehad, daar ligt echt de grens. Ik spring nog liever op drie kilometer hoogte aan een doekje uit een vliegtuig. In de grot zaten miljoenen vleermuizen, die net als in Cambodja tijdens zonsondergang allemaal de grot uit vlogen in een lange sliert.

Khao Yai NP schorpioenspinKhao Yai vleermuizengrotKhao Yai vleermuizen

Waar ik voor kwam was echter de tour de volgende dag. Ik ging namelijk op een soort safari! Binnen de kortste tijd hadden we al neushoornvogels, gibbons, kleurrijke slangen, kleine aapjes en een bijzonder vogeltje gezien. Tijdens een tocht door de jungle stond de gids uit te leggen dat er reusachtige hornets in de boom achter hem leefden, toen ik zag dat er een enorme spin van zijn schouder op de grond viel. Hij had me wat wit weg zien trekken, waarop ik uitlegde dat die spin net naar beneden kwam zetten. Hij veegde wat bladeren weg en daar was ‘ie weer. Meteen daarna kwam er zo’n giftige hornet uit de boom zetten die de spin doodstak en vervolgens mee de boom in sleepte. Ik had denk ik nog meer van de tocht kunnen genieten zonder dit moment. Gelukkig gingen we daarna gauw de jungle uit. Helaas heb ik geen wilde olifanten gezien. Overal lag olifantenpoep en je zag de enorme pootafdrukken, maar de kans was 50-50. Het zat er even niet in. Toch heb ik er wel heel mooie wildlife gezien, dus ik mag (en ga) zeker niet klagen!

Khao Yai NP uitzichtNeushoornvogelElephant crossingKhao Yai NP slangKhao Yai NP gibbonsKhai Yai gibbonsKhao Yai aapKhao Yai viperKhao Yai neushoornvogelKhao Yai green-eared barbetKhao Yai spinKhai Yai NP varaanKhao Yai watervalKhao Yai NP baby aapjeKhao Yai NP herten

Vanuit Khoa Yai National Park ging ik door naar Khao Sok National Park. Dit park ligt ten noorden van Phuket of west van Surat Thani. Omdat ik over land weer 30 uur kwijt zou zijn om er te komen besloot ik om toch te vliegen naar Surat Thani. Vanaf daar bracht een taxi me weer door naar het plaatsje Khao Sok. Het nationale park van Khao Sok heeft wat weg van Halong Bay in Vietnam. In een enorm meer reizen eilandjes op uit het water en je kunt slapen op het water. Dit keer niet in een boot, maar in drijvende bamboe hutjes. Het is er onbeschrijflijk mooi en niet druk. Je voelt je echt even helemaal afgesloten van de wereld, wat heerlijk is. Vooraf had ik al gelezen dat we tijdens de tour een grot in gingen met enorme spinnen. Na mijn voorgaande ervaringen was ik daarover niet zo enthousiast en daarom had ik het hostel al gemaild met de vraag of ik dat stukje niet kon overslaan. Ik kreeg als antwoord terug: It doesn’t matter. It’s not scary. The spider spider is in its part. You don’t catch it. It does not harm. Moest er nog eens bij komen dat we weer een spin vast moesten houden. Nadat ze me dus eigenlijk hadden verteld wat mijn emoties tijdens zo’n tour zouden zijn, ging ik doodzenuwachtig mee door de jungle naar de grot. Tijdens de tocht vond de gids het nodig een gigantische tarantula wakker te maken door met een stokje in het holletje te prikken. En daarna moesten we er langs lopen. Ik weet nu hoe hard ik kan sprinten. De zeer giftige slang waar we vervolgens langs moesten vond ik dan weer geen probleem. Ik denk dat het ‘m toch zit in de acht ogen en acht poten. En die dingetjes naast hun kaken.

Khao Sok NP rotsenKhao Sok bamboehutjesKhao Sok NP tarantula

Aangekomen bij de grot kwam ik erachter dat de situatie zowel erger als beter was dan ik vooraf had gedacht. Erger omdat de eerste twee kamers in de grot tot aan de nok toe gevuld waren met enorme spinnen en ik bij binnenkomst wel kon janken van angst. En ze bleven ook niet op één plek zitten, ze renden vrolijk rond. Ik ben uit de buurt van de gidsen gebleven die het leuk vonden om de spinnen op te pakken en ben gauw doorgelopen. Het was beter omdat de spinnen alleen in de eerste twee kamers zaten. En toen we dieper in de grot kwamen, vond ik het zowaar leuk. In sommige stukjes was het zo nauw dat we er alleen zijdelings doorheen konden. In andere stukjes was het water zo diep dat we moesten zwemmen. Toen we de grot uitkwamen was ik best enthousiast. Meteen daarna zagen we een civetkat door de bomen rennen, die blijkbaar heel moeilijk te spotten is. Een klein extraatje dus! Terug bij de hutjes hadden we even de tijd om te zwemmen voordat we weer in de boot gingen om wildlife te spotten. Weer zag ik apen en neushoornvogels, dit keer in een hele grote groep. De bamboehutjes sliepen wat mij betreft heerlijk, al had de rest er wat meer moeite mee.

Khao Sok NP neushoornvogelsKhao Sok (2)Khao Sok uitzichtKhao SokKhao Sok bootKhao Sok Halong Bay uitzicht

De volgende ochtend stonden we vroeg op om in een bootje opnieuw naar wildlife te zoeken. Dit keer zagen we gibbons, langstaartmaki’s en otters. Vooral over die laatste was ik enthousiast, ook al vind je die in Europa ook wel. Na de boottocht gingen we nog één andere grot binnen (waar iemand riep dat er een enorme spin zat). Deze grot was erg mooi en is dan ook zeker de moeite waard om te bezoeken. Na het bezoek aan de grot zat het erop en was het tijd om terug naar Khao Sok te gaan. In Khao Sok regelde ik vervoer voor de volgende dag om naar het eiland Koh Tao te gaan.

IMG_8739Khao Sok eiland

Koh is Thais voor eiland, en Tao betekent schildpad. Schildpadeiland dus. Na een bus- en boottocht kwam ik eind van de middag op het eiland aan. In het hostel ontmoette ik meisjes die net zoals ik een snorkeltocht wilden doen. Koh Tao staat namelijk bekend om de koraalriffen en duiken of snorkelen is dan ook een vereiste. Helaas heb ik geen schildpadden en haaien gezien, maar er waren enorm veel papegaaivissen en ik heb een barracuda gezien. Alsnog de moeite waard! Jammer is wel dat ik dacht slim te zijn en een t-shirt had aangetrokken, maar de golven duwden mijn t-shirt telkens omhoog waardoor ik mijn onderrug alsnog flink verbrandde. Kun je langer van de herinnering genieten, denk ik maar. Vlakbij Koh Tao liggen nog drie kleine eilandjes die verbonden zijn door een strand en zandbank. Vanaf het hoogste eilandje heb je hier een prachtig zicht op. En gelukkig is het niet lastig om bovenaan te komen, al is het wel erg warm. Na de tocht omhoog is het wel erg fijn om het water in te duiken, ook al is de temperatuur van het water hoog. Na de snorkeltocht was de dag nog niet voorbij, want er vond een grote kroegentocht op het eiland plaats. Samen met nog 100 anderen gingen we op stap, wat een erg leuke avond opleverde! Het was ook meteen de laatste keer dat ik zo kon stappen, want ik had nog maar een paar dagen van de reis over. Mijn tweede dag op Koh Tao bracht ik door op het strand en daarna was het al tijd om te vertrekken naar Bangkok. Voor het eerst in Azië was de bus comfortabel. Dit keer geen opgetrokken knieën omdat het anders niet past of een airco die niet werkt. Zelfs de vering van de bus was in orde. Alleen stopte de bus maar één keer, waardoor ik erg dankbaar was dat ik toch op het laatste moment naar het toilet was gegaan.

Koh TaoKoh Tao bootjesKoh Tao uitzicht

In Bangkok kwam ik in het hostel een meisje tegen met wie ik ’s avonds om elf uur nog eten ben gaan halen (want de bus stopte niet). Ik had nog een dag over in Bangkok, die ik heb besteed door naar het Koninklijke Paleis te gaan samen met nog vierduizend anderen. De kleren die ik in heel Thailand, Vietnam en Cambodja had gebruikt om me te bedekken waren nu ineens niet meer voldoende, waardoor ik een paar minuten later rondliep in een enorm t-shirt met een paarse kat erop. Het was de beste optie, vergeleken met de andere t-shirts die ze me wilden verkopen. Eenmaal in het paleis had ik enorme spijt. Het was 37 graden en veel te druk. Een Engelse vrouw had me wat ongelukkig zien kijken en kwam naar me toe. Ze vertelde dat zij ook alleen was en het veel te druk vond. Of we niet samen zouden rondlopen. Ik vond het helemaal prima en zo werd het toch ineens een leuke ochtend. Ons ticket bleek toegang te geven voor een Thaise dansvoorstelling, dus zaten we onverwachts in een mooi theater naar Thaise dans te kijken. Voelt het alsof ik toch wat cultureels heb gedaan. Daarna liepen we over de markt op zoek naar wat souvenirs. ’s Avonds heb ik met mensen uit het hostel afgesproken om wat te eten en te drinken.

Royal Palace BangkokRoyal Palace Bangkok drukteGrand Palace BangkokBangkok dansvoorstelling

En toen was het voorbij. Een reis van ruim vier maanden is voorbij gevlogen.  Ik heb op een gletsjer gestaan, met zeehonden gezwommen, kangoeroes geaaid, bergen op gehiked, aan een parachute gehangen, gedoken, achterop een motor gezeten, insecten gegeten en olifanten te eten gegeven. Maar bovenal maakten de mensen die ik ontmoette de reis echt fantastisch. Met hen heb ik de tijd van mijn leven gehad. Maar aan alles komt een eind en ik ben inmiddels alweer een paar dagen thuis. Deze blog was het moeilijkste om te schrijven, want hierna komt voorlopig geen nieuwe. Gelukkig heb ik de foto’s en herinneringen nog. Het was geen droom, het was echt!

Foto’s

1 Reactie

  1. Betty:
    18 maart 2019
    "Wisdom begins in wonder" er zijn alleen maar superlatieven voor alle schoonheid die je op je reis gezien hebt. Wat is de wereld mooi!! De reis van je leven, je zult het nooit meer vergeten.

    Dikke tuut, mama