I’m having such a good time

26 januari 2019 - Siem Reap, Cambodja

Na een brakke nieuwjaarsdag die vooral bestond uit ijs eten aan het meer in Queenstown, stapte ik op 2 januari in de bus naar Dunedin (wat je uitspreekt als Dun-iedin). Dunedin is onderdeel van wat ze in Nieuw-Zeeland de Deep South noemen. Valt op zich nog wel mee vond ik zelf. Dunedin is door de Schotten opgericht en gebouwd naar het model van Edinburgh. Alle straatnamen zijn hetzelfde en de lay-out komt ook precies overeen. Waar ze alleen niet over na hadden gedacht is dat Dunedin in een vulkaankrater ligt en Edinburgh weliswaar heuvels heeft, maar die wel begaanbaar zijn. Je zou daarom zeggen dat een plan voor een stad precies als Edinburgh op een plek als Dunedin niet handig is, maar daar lieten ze zich niet door tegenhouden. Met als gevolg dat de steilste straat ter wereld niet in San Francisco ligt, maar in Dunedin. Ik ben hem opgelopen, of meer gekropen eigenlijk, en het is echt flink steil. Dunedin is dan wel weer een heel mooie plaats. De gebouwen zijn voor het eerst in Nieuw-Zeeland echt mooi en ze hebben overal street art. Op de eerste dag hebben we daarom een street art wandeling gemaakt.

Steilste straatDunedin street art

Waar Dunedin bekend om staat is de wildlife. Ze hebben er pinguïns, zeehonden, zeeleeuwen en albatrossen. Vooral de yellow eyed pinguïns zijn erg speciaal omdat er nog maar weinig van in het wild zijn. Ik heb daarom een tour geboekt om pinguïns te spotten. Maar omdat het wilde dieren zijn heb ik ze alleen gezien in het dierenziekenhuis. En een paar blauwe pinguïns in hun nestkasten. Wat ik wel heb gezien zijn de zeehonden, zeeleeuwen en albatrossen. De zeehonden kon ik vanaf het land zien, maar voor de zeeleeuwen en albatrossen gingen we het water op. Op de boot wist ik precies waar mijn anti-zeeziektabletjes zich bevonden: onderin mijn backpack die nog in het hostel lag. De eerste albatrossen kon ik daarom gewoon leuk bekijken, maar daarna was ik bezig met een wedstrijdje horizonkijken. De mensen op de boot gaven me een watje met wat pepermuntolie erop waar ik aan moest ruilen. Wonderbaarlijk genoeg hielp het ook nog een beetje. 

Yellow eyed pinguinBlue pinguinAlbatrosDunedin

De dag erna gingen we door de Catlins naar Invercargill. De Catlins zijn een mooie natuurgebied. De dag dat ik er doorheen ging was het alleen enorm slecht weer. Maar elke dag is wat je ervan maakt, dus ook in de stromende regen heb ik vrolijk bij een vuurtoren naar zeehonden en zeeleeuwen staan kijken, een waterval beklommen (je bent toch al nat), aan zee een versteend bos bekeken en een bushwalk gedaan. Vlak voor Invercargill ligt het plaatsje Bluff. Bluff wordt genoemd als het meest zuidelijke plaatsje van Nieuw-Zeeland, zoals Cape Reinga dat in het noorden is. We zijn daar even gauw uitgestapt om een foto te maken bij het bordje waarop alle wereldsteden met hun afstand staan aangegeven. Ik kon toen zeggen dat het het verste zuidelijk is dat ik ooit ben geweest.

BluffWaterval in de regen



In Invercargill zelf is helemaal niets. De winkels waren gesloten vanwege de feestdagen en de straten uitgestorven. Ons hostel lag vlakbij een strand die ook vergelijkbaar is met 90 mile beach in het Noordereiland, alleen dan minder lang. Maar 90 mile beach is ook geen 90 mijl dus de vergelijking mag. 

Na Invercargill stapte ik ‘s ochtends vroeg uit in Te Anau. Te Anau is een rustig plaatsje aan een groot meer. Het weer was een beetje stormachtig, maar gelukkig regende het niet. Ik zou namelijk een stukje van de Kepler Track lopen, tot aan Luxmore Hut en weer terug. Te Anau ligt in de Fiordlands, dat een van de mooiste gebieden van Nieuw-Zeeland is. Het is ook onherbergzaam, dus aan de rand liggen plaatsjes maar aan de kust vrijwel niet. Kenmerkend voor de Fiordlands is de hoeveelheid regen die er ieder jaar valt. Er valt tussen de zeven en negen meter regen per jaar. Ter vergelijking: Londen krijgt maar 70 cm ieder jaar en dat vinden wij al regenachtig. Ik had echter geluk en afgezien van een paar druppels bleef het droog. De hike was ongeveer 30km heen en terug. Het eerste uur was een eitje. Ik kwam iemand tegen met wie ik tot aan de eerste campingplaats kon lopen en we waren er razendsnel. Het hielp ook dat het vlak was. Na dat uur begon de klim en ik had het ontzettend zwaar. Het was kilometers alleen omhoog door inheems bos. Dat bos is prachtig, maar na een paar uur heb je het wel gezien. Het uitzicht begint vanaf het punt dat je echt niet meer kan. En dan moet je nog een paar kilometer. Toen ik eenmaal boven de boomgrens was bleek de hike het gelukkig helemaal waard. Het uitzicht is fantastisch. De wind daarentegen iets minder. Die blies me soms bijna omver waardoor ik sommige stukjes vrijwel kruipend moest lopen. Eenmaal aangekomen in Luxmore Hut moest ik helaas al snel de beslissing maken om terug te keren. In de hutten verblijven rangers die het weer in de gaten houden. En als zij zeggen dat je terug moet gaan, dan doe je dat. Terug was mogelijk nog erger omdat alles zeer gaat doen. Je knieën moeten elke klap opvangen en ondanks dat je niet buiten adem bent is het eigenlijk zwaarder. Ik was dan ook ontzettend blij dat ik er eindelijk was. 

Kepler track bergen

Kepler TrackWinderig Kepler TrackKepler Track lake Te AnauKereruNative forrest


Een dag later werd ik opgepikt door de bus om naar Milford Sound te gaan. Milford Sound ligt ook in de Fiordlands, ongeveer 2 uur ten noorden van Te Anau, en wordt beschouwd als het achtste wonder van de wereld. Waar ik de dag ervoor geluk had met de regen, viel er op zondag 200mm. Het mooie van Milford Sound is dat het niet zoveel uitmaakt of het regent of niet. Als het regent heb je namelijk meer watervallen. De bergen bestaan voornamelijk uit rots, waardoor het water er in watervallen vanaf loopt. Ik heb denk ik wel duizend watervallen gezien onderweg. Milford Sound is een fjord en geen sound, maar omdat de eerste Europeanen het een sound noemden is de naam gebleven. Hoe de bergen er precies uitzien zal ik nooit weten, want door de regen was het zicht wat slechter. De boot vaarde nog door een waterval. En aangezien we toch al nat waren bleven we maar gewoon buiten staan. Het maakte toch al niet meer uit. Vanuit Milford ging ik terug naar Queenstown. 

Milford Sound onderwegMilford Sound (2)Milford Sound

Vlakbij Queenstown ligt Glenorchy. Dit is een klein plaatsje op ongeveer veertig minuten rijden en het is een van de mooiste plekken die ik ooit heb gezien. De weg er naartoe staat in de Lonely Planets' top tien mooiste wegen ter wereld en ik snap waarom. Gelukkig stopte de buschauffeur even zodat we foto’s konden maken. Aangekomen in Glenorchy begon ik aan een tour in het gebied dat ze Paradise noemen. En dat is het echt. Er zijn veel films opgenomen, waaronder uiteraard de Lord of the Rings (Isengard), The Hobbit (Misty Mountains, Lonely Mountain, Beowin’s hut), Narnia en Mission Impossible. De tour leidde ons eerst door native bush, waar we nog een stukjeblad van een peppertree proefden. Ik kwam er later achter dat het een peppertree was, dus kauwde ik vrolijk op een stukje blad. En met een rood aangelopen hoofd en lichtelijk naar adem happend stapte ik daarna weer in de bus. De bus stopte bij jet boats, een soort speedboot die keihard over een ondiepe rivier kunnen racen. Vanwege de regen de vorige dag was de rivier wat sterker dan normaal, maar het was desondanks fantastisch. De boot vaart zo snel door de rivier. Belangrijk is wel dat je niet te vroeg opstaat, ‘because you will find yourself on a ride in the economy class back to Glenorchy’. Ik kon nog iets langer van het uitzicht genieten, want ‘s middags ging ik nog paardrijden. De mensen van de stallen hadden me overgehaald om twee uur op een paard te zitten in plaats van een uur. Ik had gevraagd of ze misschien ook een pony in plaats van een paard hadden, maar dat was helaas niet het geval. De memo dat ik de meest onervaren persoon van de groep was kwam ook iets later aan, waardoor ik het paard Ninja toegewezen kreeg. Ninja gedroeg zich als een Ninja en deed alles wat de begeleiders zeiden dat niet mocht. Eten, stoppen, een andere kant opgaan: het was dus echt een topidee om te gaan paardrijden. Ik snap nog steeds niet hoe mensen comfortabel op een paard kunnen zitten. Elke keer als Ninja ook maar iets sneller ging als stapvoets zat ik als een stuiterbal in het zadel. Aan het eind kreeg Ninja nog een schop van het paard voor hem (snapte ik wel, Ninja is een etter) en moest ik nog moeite doen om hem in bedwang te houden. Eenmaal eraf bleek normaal lopen ook onmogelijk. Elegantie zit er bij mij gewoon niet in. Maar de omgeving was mooi en achteraf bleek dat ik er niet voor hoefde te betalen vanwege een fout aan hun kant. Dat maakte weer veel goed.

Glenorchy routeGlenorchyJet boatingPaardrijden



Mijn laatste dag in Queenstown bracht ik door aan de rivier in Arrowtown in de hoop genoeg goud te vinden om langer in Nieuw-Zeeland te kunnen blijven. Ik vond best wat goud, maar helaas geen 500 euro waard. Zonde. 
In Queenstown nam ik afscheid van mijn vrienden en ging ik door met een nieuwe groep naar Mount Cook Village. De hele week was het daar mooi weer en ik keek er erg naar uit om de hoogste berg van Nieuw-Zeeland te zien. Toen ik eindelijk in het bergdorpje aankwam begon het te stormen. Ik zal voorlopig dus niet weten hoe Mount Cook eruit ziet. Het enige dat ik kon doen was een film kijken in het hostel. Finding Nemo was ook mooi.

Het weer was ietsje opgeklaard de volgende morgen, maar nog steeds niet geweldig. Ik ging door naar Lake Tekapo. Lake Tekapo ligt net zoals Mount Cook Village in de Mackenzie Dark Sky Reserve en staat daarom bekend als de plek om sterren te kijken. De lupinen die er groeien zijn het meest gefotografeerde onkruid van Nieuw-Zeeland en met het ijsblauwe meer op de achtergrond is Lake Tekapo erg mooi. Een must do is een wandeling naar de top van Mount John, vanaf waar je een laatste blik kunt werpen op Middle Earth. Als je geen geld wilt betalen om sterren te kijken is dat ook de plek waar je ‘s nachts heen gaat om de sterrenhemel te bewonderen. Ik had er graag wat geld voor over, dus ik bevond me om half twee ‘s nachts in een sterrenwacht. Het toffe aan die sterrenwacht is dat een onderdeel van de tour is dat je in drijvende hangmat een hot pool ligt om sterren te kijken. De hemel daar is zo mooi. Ik heb het Zuiderkruis gezien en de Melkweg leek nog nooit zo dichtbij. Het was echt ongelooflijk. Mooier dan Flagstaff!

Lake Tekapo Mt JohnLake Tekapo LupinsLake Tekapo lookoutLake Tekapo


De bus vertrok om acht uur, dus na een korte nacht bevond ik me een paar uur later in Christchurch. Na de aardbevingen van 2010 en 2011 is deze stad nog steeds aan het opbouwen. Veel gebouwen zijn nog niet eens gesloopt maar wel ontoegankelijk. De kathedraal zijn ze langzaam aan het herstellen, maar het lijkt niet alsof er veel gebeurd is. Bovendien is er in de stad zelf niet heel veel te doen, dus je wilt er niet te lang blijven. Het Canterbury Museum is nog wel geinig om te bezoeken (en gratis!) en de botanische tuinen zijn zeker een wandeling waard.

Christchurch artChristchurch cathedral


Ik had vanuit Christchurch een Great Journey of New Zealand treinreis geboekt. En maar goed ook, want het weer in Christchurch was somber, maar tijdens de treinreis werd het warm en zonnig. De trein gaat door Arthur’s Pass en de Southern Alps en eindigt in Greymouth. In Greymouth is niets te doen, dus nam ik dezelfde trein ook weer terug. Het is echt een leuke reis om te doen. De laatste wagon is helemaal open waardoor je alles heel goed kunt bekijken. Zeker toen de wolken optrokken en ik ‘s middags zag waar de trein ‘s ochtends doorheen gekomen was. Echt de moeite waard om te doen. En heel relaxt natuurlijk!
 

Tranzalpine (2)TranzalpineTranzalpine wagon


Vanuit Christchurch ging ik door naar Kaikoura. In 2016 werd deze stad getroffen door een zware aardbeving, waardoor het gebied 2 meter omhoog is gekomen en het Zuidereiland 5 meter dichter bij het Noordereiland is komen te liggen. Onderweg zie je kale plekken op de bergen, waar de aardbeving zorgde voor steenlawines en modderstromen. Ruim een jaar is Kaikoura praktisch afgesloten geweest van de buitenwereld. Nu zijn de wegen weer bijna klaar en stromen de bezoekers weer binnen. Kaikoura staat bekend om de zeedieren die er zijn. Ik had al een walvistour geboekt voor de tweede dag, maar de buschauffeur haalde me over om nog te zwemmen met zeehonden. Zo leuk om te doen! De zeehonden liggen te maffen op de rotsen, maar zodra de zon zich laat zien worden ze wat te warm en kunnen ze alleen afkoelen in het water. We moesten eventjes op de zon wachten, maar daarna waren er tientallen in het water met ons. Aanraken met je handen mag niet en ze adviseren drie meter afstand. De zeehonden zelf houden zich daar alleen niet aan. Ze zijn zo speels! Na een tijdje werd ik wat zeeziek van de deining, dus hield ik wat afstand maar het was het zeker waard. 

Ik hou niet van vliegen. Of dat nu in een vliegtuig of aan aan parachute is (weet ik nu). Maar om mijn vliegangst te overkomen had ik een ‘Pilot-a-Plane’ activiteit geregeld. Hierbij mag je zelf een stukje vliegen (lees: sturen) en hopelijk zou dat me helpen. Mijn piloot heette Alistair en ik was blij te zien dat het een oudere man met honderd jaar ervaring was. Het kleine detail dat ik vliegangst heb had ik even weggelaten toen hij vroeg of ik er zin in had. Het was een perfecte dag om te vliegen: praktisch geen wind en je kon mijlenver zien. We vlogen in een tweepersoonsvliegtuigje. Het stuur is een hendel en ze waren aan elkaar gekoppeld. Eigenlijk precies een lesauto. De voetensteunen waarvan ik vroeg of ze wat naar voren konden bleken voor het roer te zijn, dus daar moest ik verder vanaf blijven. Gelukkig stonden we nog op de grond toen ik ze wilde verstellen. Het ging top. Het uitzicht is heel erg mooi en zodra we goed en wel in de lucht waren mocht ik even sturen. Nogal onwennig en met klamme handjes, maar het ging erg goed. Ik blijk wel een voorliefde te hebben voor stijgen in plaats van op een hoogte blijven, dus binnen een paar minuten waren we al duizend feet gestegen. Maar zoals hij zei was het mijn feestje dus mocht ik doen wat ik wilde. De certificaat die ik aan het eind kreeg is zowaar geldig voor als ik in Nederland piloot wil worden. Omdat ik vrij rustig was en het erg leuk vond, bleef dat door mijn hoofd spoken tot de volgende dag. Er was een storm voorspeld en de zee was al erg ruw. De walvistour in de boot werd daarom afgelast. Toen ik vroeg of er nog andere manieren waren om op walvissen te jagen boekten ze me over op een vliegtuigtour. Ik mocht weer voorin naast de piloot zitten (als niemand zich aanbiedt dan neem ik graag de beste stoel van het vliegtuig over). En het was verschrikkelijk. Niet alleen zagen we geen walvissen, het vliegen was behoorlijk ruw vanwege de storm. De armsteun naast me was geen armsteun maar de deurhendel en ik moest mezelf er telkens aan herinneren die niet beet te pakken. Ik heb maar naar het uitzicht gekeken. Iedere dag is wel wat je ervan maakt, dus ik heb eenmaal weer in het stadje een groot ijsje voor mezelf gekocht. Als je het eenmaal koud hebt en nat bent maakt het toch niet meer uit. De groep die met Kiwi Experience kwam was erg leuk, dus ‘s avonds hebben we wat spelletjes met zijn allen gedaan. Kaikoura was mijn laatste plaats in Nieuw-Zeeland die ik nog niet eerder bezocht had. De volgende ochtend ging ik maar Wellington waar ik wel met vrienden kon afspreken die er al eerder waren gekomen. Na Wellington nam ik een Intercity Bus naar Auckland om op tijd te zijn voor mijn vlucht naar Bangkok. Gelukkig was er nog een vriendinnetje in Auckland zodat ik ook haar nog even kon zien.
 

Pilot a planeKaikoura kustlijnKaikoura kustlijnMarlborough Sounds


En toen zaten zeven weken in Nieuw-Zeeland er alweer op. Met een steen in mijn maag stapte ik op het vliegtuig. Ik wilde er echt niet weg. Het is een prachtig en gastvrij land. De mensen zijn zo leuk en willen je altijd helpen. Ik heb vrienden voor het leven gemaakt en we hebben al plannen elkaar op te zoeken. Zelfs nu ik in een hangmat op een mooi eiland in Cambodja lig denk ik aan hoe mooi Nieuw-Zeeland is en hoe graag ik terug wil. Ik kan het vliegticket niet betalen en ik wil meer van de wereld zien, dus het is nu geen optie. Maar ooit. 

Mijn eerste indrukken van Azië waren niet fantastisch. Ik voelde me niet comfortabel in de drukke straten waar iedereen je naroept. De stank was zeker in het begin overweldigend en de troep is verschrikkelijk. Van Bangkok vloog ik door naar Phnom Penh in Cambodja. Het hostel waar ik verbleef was leuker en ik heb wat mensen leren kennen waardoor ik me meer op mijn gemak voel. In Phnom Penh heb ik de Killing Fields en de gevangenis bezocht. Dit was een heftige dag. Ik wist vrij weinig over de Rode Khmer en het bewijs te zien van genocide is niet makkelijk. Er zijn duizenden mensen op die plek vermoord en telkens komen kledingstukken en botten naar boven. Als je de killing fields bezoekt zie je die ook liggen. Slechts eens in de twee maanden halen ze deze weg, omdat ze de graven niet te veel willen storen. Ze wachten daarom tot er genoeg kleding boven ligt om weer wat te verzamelen. In het midden van het complex hebben ze een soort tempel gebouwd om de slachtoffers te eren. Op typisch Aziatische wijze hebben ze hierin de schedels van mensen tentoongesteld. Een beetje gruwelijk. De gevangenis was net zo heftig, zeker als je hoort wat daar allemaal is gebeurd. En nog niet eens lang geleden. Eigenlijk verbazingwekkend dat het land nu is zoals het is. 

Killing fields kidsKilling fields kledingKilling fields schedels

Na Phnom Penh heb ik een lange busreis en boottocht gemaakt naar het eiland Koh Rong Samloem. Na twee maanden reizen heb ik mezelf getrakteerd op relaxen op een klein eiland. Relaxen is niet echt mijn ding, dus lig ik nu in een hangmat aan een prachtig strand terwijl ik deze blog schrijf. Anders is het ook zo zonde van de tijd. In de bus hier naartoe ontmoette ik een Duits meisje die wel met me mee naar dit eiland wilde. We zijn vrienden geworden en besloten allebei hier wat langer te blijven. Op onze eerste avond vielen we meteen met de neus in de boter: we hadden een Full Moon Party. Het feestje zelf was vooral erg relaxt, al was ik zelf wel even geïrriteerd toen ik het kampvuur aan het redden was nadat een stel jongens het verpest hadden en een andere jongen meteen naar me toekwam en zei “I believe you need help.” No way. Daar kwam hij snel genoeg achter gelukkig en daarna was het vuur weer goed 😊. De glow in the dark verf die we op ons gezicht kregen wilde er wat slecht af, dus werd ik de volgende dag wakker met oranje wenkbrauwen. Hou ik het toch lekker Nederlands dacht ik zo. Op de tweede dag hebben we gekajakt naar Clear Water Bay, een heel mooi strand op 1,5 uur kajakken van ons strand. Daar zijn we dus eventjes gebleven. 

Koh Rong SamloemKoh Rong Samloem lichtClear Water BayToekan

Koh Rong Samloem staat bekend om de lichtgevende plankton die je ‘s nachts kunt zien. Je moet er wel een beetje voor zwemmen. Samen met een groepje van het hostel zijn we om middernacht het water in gegaan om het te zien. Heel gaaf. Het water glittert als je zwemt. Ik geloof dat wij het zeevonk noemen. Het irriteert je huid alleen wel, dus bleven we niet te lang. Daarna ben ik wel elke nacht eventjes kort het water in geweest om het te zien. Het blijft toch bijzonder. 

Eén van de dingen die ons hostel organiseerde is een boottrip. Ze nemen je mee op een boot om te gaan snorkelen en vervolgens te vissen. Het snorkelen is erg mooi hier. Veel koraal en vissen, maar ook veel zee-egels waar ik weer minder enthousiast van werd. Na het snorkelen gingen we vissen. Samen met nog een meisje haalde ik een aal omhoog. Niet tof, want hij zat helemaal om de lijn heen en al helemaal in de knoop. Het arme beest moesten we daarom doodmaken, want dit kon ook niet. De rest van de vis hebben we ’s avonds bij een barbecue opgegeten. Ik raakte die avond ook aan de praat met een eigenaar van een duikschool die me overhaalde om twee proefduiken te nemen. Gisteren heb ik dat gedaan en ik vond het echt fantastisch. Je ziet veel meer dieren en ademen gaat een stuk gemakkelijker. Ik ben nu daarom aan het kijken of ik ergens mijn duikbrevet kan halen. 

Duiken vissen (2)OctopusDuikenDuiken vissenClownfishDoopvontschelp

De volgende stop is Siem Reap, waar onder andere Angkor Wat met de mooie tempels is. Ik ben normaal niet de persoon die opstaat voor een zonsopkomst of dolgraag een zonsondergang bekijkt, maar voor een keer ga ik een uitzondering maken. Dat hoort als je toerist bent in Cambodja. De tijd gaat veel te snel, maar ik probeer zoveel mogelijk te genieten en grote spinnen en duizendpoten te ontwijken!

Foto’s

3 Reacties

  1. Mieke Dijkers:
    26 januari 2019
    Hoi Janneke,
    Ik weet helemaal niet meer hoe ik op jouw blog terecht ben gekomen, maar wat is het genieten om alles te lezen.
    Als echte Amerika fan is het erg leuk om ook eens wat anders te lezen ;-)

    Geniet, geniet, geniet! Ik doe het met je mee!!
  2. Betty:
    26 januari 2019
    He lieverd,
    Wat maak je wat mee, het is onderhand zo veel, de meeste mensen halen dat in een leven niet. Maar dat het ongelooflijk mooi is, doet toch wel wat kriebelen....zullen wij ook een keertje...

    Dikke tuut, mama
  3. Janneke:
    26 januari 2019
    Hoi Mieke,

    Haha dat weet ik ook niet goed. Misschien omdat ik in Amerika ben geweest en daarover schreef? Maar wat leuk om te horen dat je het graag leest!!