Kia Ora Aotearoa!

15 december 2018 - Wellington, Nieuw-Zeeland

Twee weken geleden kwam ik aan in Auckland en ik kan alleen maar zeggen: Auckland is saai. Het is een prima stad om even in te vertoeven, maar langer dan een weekend wil je er echt niet zijn. Of om met de woorden van de buschauffeur te spreken: “The best thing about Auckland is leaving it.” Dat wil niet zeggen dat er geen leuke dingen te doen zijn. Ik ben met een Brits meisje naar Rangitoto Island gegaan, een eiland dat 600 jaar geleden door een vulkaanuitbarsting is ontstaan. Auckland is namelijk gebouwd in een gebied waarin zo ongeveer elk eiland en elke berg een vulkaan is. En af en toe komen er dus nog steeds nieuwe eilanden bij. Op Rangitoto Isand aangekomen bleek meteen dat het een zonnige dag zou worden en dat ik mijn zonnebrand in mijn grote backpack had laten zitten. Ook in Nieuw-Zeeland, en misschien nog wel meer in Nieuw-Zeeland, absoluut een slecht idee. Teruggaan was geen optie meer, dus hoopte ik maar op het beste. Het eiland bestaat uit verschillende lavavelden, lavatunnels en ook wat bos. De stenen absorberen de warmte van de zon en geven die ook weer af, waardoor het er flink warm kan worden (en je dus zonnebrand nodig hebt!). De klim naar de krater duurt ongeveer een uur en ovenaan heb je een prachtig uitzicht over Auckland, de eilanden om Auckland en de oceaan. De zee is er een prachtige kleur blauwgroen die je bijna niet kan bedenken.

Rangitoto uitzichtRangitoto lavaveldRangitoto water

Die avond bleek al dat ik de komende dagen als een tomaat door het leven zou gaan: mijn gezicht was al knalrood. Ik heb meteen de Australische chemische aftersun erbij gepakt, maar hier kon geen crème tegenop. Ik liet me er niet door tegenhouden en stapte de volgende morgen vrolijk de bus in die naar Paihia ging, een plaatsje in de Bay of Island ten noorden van Auckland. Ik reis Nieuw-Zeeland namelijk rond met Kiwi Experience, een reisorganisatie die bustours door heel het land organiseert. De buschauffeur naar Paihia noemde me al gauw ‘the girl on fire’, dus we konden het meteen goed met elkaar vinden. De Bay of Islands bestaat uit 140 eilandjes die, hoe kan het ook anders, door vulkanen zijn ontstaan. Het is de plek waar Nieuw-Zeelanders vakantie komen vieren, vanwege de vele mooie stranden en eilandjes waar ze kunnen genieten. Met mensen van Kiwi Experience heb ik het plaatsje Russell bezocht, aan de overkant van Paihia. Daar zag ik dat je Flagstaff Hill kon beklimmen, dus ik moest van mezelf die kant wel op. Je krijgt een heel mooi uitzicht over de Bay of Islands, al was het mooier geweest zonder de regen.

De volgende morgen gingen we in de bus naar Cape Reinga, het meest noordelijke stukje van Nieuw-Zeeland. Bij Cape Reinga ontmoeten de Abel Tasmanzee en de Stille Oceaan elkaar en je kunt het kleurverschil en de stromingen erg goed zien. Daarna ging de bus door naar de duinen, waar je met een boogieboard liggend vanaf kunt racen. De duinen zijn erg steil en je moet remmen en sturen met je voeten. Remmen moet je zeker, want je eindigt anders in een kleine beek. De tweede keer moest ik iets harder remmen en ging het iets minder goed, waardoor ik een flinke hap zand binnenkreeg. De rest van de dag had ik het lied ‘Another one bites the dust’ van Queen in mijn hoofd. Nog een tip voor degenen die dit ook willen doen: doe niet vlak van tevoren zonnebrand op je gezicht. Alle zand blijft eraan plakken. Camoufleerde wel weer de rode huid, maar je krijgt toch wat rare blikken als je de bus instapt. De volgende stop was 90 Mile Beach die, hoe kan het ook anders, 60 mijl lang is. De meetinstrumenten waren nog niet zo top een paar honderd jaar geleden. Het was een korte stop, waarbij we eventjes konden voelen hoe warm het water was (erg warm) en de vele schelpen op het strand konden zien. De terugweg stopte de bus plotseling vlak nadat we fish & chips gegeten hadden. Bleek dat we geen brandstof meer hadden. Ik denk persoonlijk dat het komt doordat de bus als kentekenplaat ‘HEL400’ had. Gelukkig kregen we wel dertig dollar als compensatie, dus dat maakte veel goed.

Cape ReingaCape ReingaCape Reinga richtingwijzer

Urupuwatte?

Alles in Nieuw-Zeeland heeft een onuitspreekbare Maori-naam. Zij waren hier eerst, dus het is op zich logisch natuurlijk, maar ik vergeet telkens hoe de plaatsen heetten die ik heb bezocht. Eén van de namen die ik weer op moet zoeken is Urupukapuka, een vulkanisch eilandje in de Bay of Islands. Het schijnt een paradijsje te zijn, alleen niet in de regen. Een boot zette ons af voor een dagje op het eiland. Er is bijna geen beschutting en het regende pijpenstelen. De wandelingen die je kunt doen zijn allemaal vrij steil en de paden waren door de regen nogal glad. Het was daarom soms echt klimmen om bovenaan te komen. ’s Middags knapte het weer gelukkig op en zagen we een glimp van hoe mooi de Bay of Islands echt kan zijn. Je kunt hier hele mooie schelpen vinden met een onuitspreekbare naam. Er zit een soort regenboog parelmoer op. Ik dacht dat ik op een strand stukken van die schelpen had gevonden en liet ze trots in het hostel zien aan de keukentafel. Ze waren alleen niet meer nat en opgedroogd bleek dat het parelmoer was dat je ook in Nederland op het strand kan vinden én dat iedereen dat ook wist, dus heb ik ze ietwat sip maar achtergelaten.

Om door te gaan naar het zuiden van het Noordereiland moet je helaas via Auckland, dus heb ik nog één nacht daar doorgebracht voordat ik de bus naar Hot Water Beach nam. Hot Water Beach ligt in de Coromandel en is een heel bijzonder strand. Met een schepje graaf je een gat totdat je bij het grondwater komt. Dan voel je even wat de watertemperatuur is en als je geluk hebt is die lekker warm. Als je pech hebt gaat het richting kokend en als je nog meer pech hebt zat je op het verkeerde stukje van het strand te graven en is het water koud (wij dus). Onder Hot Water Beach komt het magma vrij dicht aan de oppervlakte en is het grondwater verwarmd. Je kunt er alleen terecht tijdens eb, omdat het specifieke stukje dicht bij het water ligt. Als je een perfect gegraven poel ziet en niemand zit erin, dan moet je eerst echt even voelen want vaak betekent het dat het te heet is. We hebben ongeveer een uurtje doorgebracht op het strand voordat we doorgingen naar Cathedral Cove. Dat is een prachtig strand iets ten noorden van Hot Water Beach. Het strand wordt opgesplitst door een klif waarin het water een gigantische ruimte heeft uitgesleten. Het lijkt daardoor een beetje op het binnenste van een kathedraal. Ik geloof dat het ook het meest gefotografeerde strandje van Nieuw-Zeeland is. Uiteraard heb ik ook mijn steentje bijgedragen. Je moet toch wat met je tijd en ik had geen zin om aan de klim naar boven te beginnen.

Hot Water BeachCathedral Cove

Glowworms

De volgende dag gingen we door naar Waitomo. In Waitomo zelf is vrij weinig te doen. Ik geloof dat er één pub is en een convenience store en verder denk ik dat de dorpelingen zich enorm moeten vervelen. Wat Waitomo wel heeft zijn glowworms! Helaas heb ik de David Attenborough-documentaire over deze lichtgevende wormen gezien en wist ik dat het allemaal niet zo idyllisch is als het lijkt. Het zijn vleesetende wormen die met hun lichtgevende uiteinde insecten lokken en ze vangen in de draden die ze laten hangen. Verder wist ik dat er in die grotten reusachtige krekels en spinnen leefden. Zoals één van de begeleidsters zei toen ze me naar de glowworms zag kijken met een vies gezicht: “Ignorance is bliss”. Je kunt een wandeling door de grotten doen of door het water gaan met een grote autoband. Ik had van verschillende mensen gehoord dat de wandeling doodsaai is en ik was niet van plan om 70 dollar uit te geven aan een looproute, dus koos ik voor de 3 uur durende tocht door het water. Helaas betekende dit dat ik me weer in een wetsuit moest wurmen, waarbij ik grote moeite had om hem aan te krijgen. Toen alle begeleiders begonnen te lachen bleek dat ik de wetsuit verkeerd om aan had getrokken en ik me daarom haast niet kon bewegen. Het went, denk ik dan maar. Toen was het tijd om de grot in te gaan. Het eerste stuk is vooral een klim naar het stuk waar de glowworms daadwerkelijk zijn, maar als je er eenmaal bent lijkt het net alsof ze kerstlichtjes voor je hebben opgehangen en voelt het als kerst. Mits je even kan vergeten dat het vleesetende wormen zijn natuurlijk en dat om je heen spinnen, reusachtige krekels en alen zwemmen. Merry Christmas.

Waitomo Glowworms

Rotorua

Op zondag was het een heel belangrijke dag. Hobbiton stond namelijk op het programma! Op de weg er naartoe heb je al het idee dat je in de Gouw bent. En toen de buschauffeur ook nog eens de muziek van Lord of the Rings draaide op de weg er naartoe was het plaatje compleet. De entreeprijs is fors en de prijzen in de giftshop zijn nog forser (iemand geïnteresseerd in de bedel van Arwen voor 300 dollar? The One Ring gaat voor ‘maar’ 150 dollar). Het was een stralende dag, waardoor het allemaal natuurlijk nog mooier is. Er zijn grofweg 40 Hobbitholes gebouwd in Hobbiton en sommige mag je even in. Elk hobbithole is echt enorm gedetailleerd, ook al kwam het een seconde in beeld. Ik heb me laten vertellen dat er altijd bloemen bloeien in Hobbiton, omdat ze de planten die niet bloeien vervangen. Het houd je van de straat zal ik maar zeggen. Voor de honderd dollar die ik moest betalen heb ik gelukkig wel wat fun facts gekregen: de boom boven Bilbo’s huis is nep. Zelfs als je ervoor staat ziet hij er levensecht uit, maar het is een echte neppe van ijzer. Tijdens het filmen van de scéne waarin Frodo en Gandalf de Gouw in rijden zit Elijah Wood 3 meter achter Ian McKellen omdat het lengteverschil anders niet aanwezig is. Tijdens Bilbo’s 111e verjaardag komt er rook over het gezicht van de acteur omdat de verjaardagstaart aan het verbranden is maar ze de take niet wilden verpesten. Sommige Hobbitholes zijn op schaal gemaakt, anderen zijn maar een derde zodat de lange acteurs ook daadwerkelijk lang lijken. Om een Hobbit te spelen moet je maximaal 5 foot 4 zijn. Ik ben 5 foot 8, dus dat gaat voor mij helaas niet lukken. En zelfs als je geen fan bent, moet je gewoon naar Hobbiton gaan om te zien hoe gedetailleerd ze alles hebben gemaakt. Een vereiste.

HobbitonHobbiton

Hoewel Lord of the Rings inmiddels onderdeel is geworden van Nieuw-Zeeland, is het natuurlijk niet echt de authentieke Nieuw-Zeelandse cultuur. En omdat elke plaatsnaam of gebied zo onuitspreekbaar is, leek het me een goed idee om mee te doen aan de activiteit waarbij je een nacht bij de Maori verblijft. Een top idee. De enige vereiste was dat we een leider kozen (verplicht een man) en een lied zongen als dank voor de gastvrijheid. Het mocht elk willekeurig lied zijn, dus kozen we voor We Will Rock You van Queen. We hadden precies 20 minuten in de bus om de tekst te leren kennen, dus hebben we het maar bij twee coupletten gehouden. Bij aankomst werden we verwelkomt met een Maori-groet en een kort lied. Belangrijk in Nieuw-Zeeland zijn de woorden Kia Ora, een Maori-groet waarbij je eigenlijk alles afdekt wat je een aardig persoon toewenst. Je spreekt het uit als Kioura en met die woorden werden we dan ook begroet. Daarna was het aan onze leider om zijn dank uit te spreken (waarbij ik persoonlijk na het vijf minuten durende welkomstritueel het stukje van onze leider wat magertjes vond: ‘Hoi, bedankt dat we hier vanavond mogen slapen.’) en ons lied te zingen.

Tamaki Maori Village

De eerste Maori zijn ongeveer 600 jaar geleden naar Nieuw-Zeeland gekomen en noemden het land Aotearoa: het land van de lange witte wolk. Er waren verschillende stammen die zo nu en dan oorlog voerden tegen elkaar. Hun kunst bestaat uit voornamelijk houtsnijwerk en beeldhouwwerk, waarbij het weken kan duren om een stuk te maken. Veel kunst ziet er eng uit. Dat is omdat het oorspronkelijk bedoeld was om de vijand te intimideren en om te laten keren. De Haka is daar ook een onderdeel van. Toen de Europeanen kwamen stopten de Maori met hun onderlinge oorlogvoering en begon het gevecht tegen de Britten (de Nederlander Abel Tasman kwam nooit aan land, al gaf hij het land wel een naam). We hebben veel vragen aan de Maori mogen stellen: waarom ze tatoeages hebben (zodat je kunt zien wat ze bereikt hebben), waarom vrouwen geen stamoudste mogen zijn (omdat bij het doden van een vrouw een hele generatie verloren gaat), wat de beelden betekenen (voornamelijk goden en voorvaderen), hoeveel Maori en tegenwoordig nog zijn (zo’n 700.000) en hoe ze tegen de komst van de Europeanen aankijken (niet heel positief). Ze hebben ons voorzien van een Hangi, een traditioneel feestmaal. Al het eten wordt onder de grond gebakken, waardoor het er als een soort stoofpot uitkomt. Het is echt heerlijk! Tussendoor hebben de Maori een optreden gegeven waarin ze dansten, zongen en de Haka uitvoerden. ’s Avonds mochten we gebruikmaken van hun jacuzzi’s, die zo heet waren dat we er alleen met onze voeten in konden. Gezellig was het in elk geval wel.

Ik bleef 1 dag langer in Rotorua, de plaats waar Tamaki Maori Village is gevestigd. Rotorua is een geothermisch actief gebied en overal in de stad zie je rookwolken opstijgen van hotpools, mud pools en zwavelgebieden. De plekjes waar je niet wil zijn. De geur van zwavel hangt door de hele stad en het duurde ook even voordat ik doorhad dat de stank van die nacht niet kwam doordat ik mijn handen niet goed had gewassen na het uien snijden, maar de zwavelgeur ook daadwerkelijk in de hostelkamer zat. Het is dan wel weer zeker de moeite waard om de gebieden te bezoeken. Ik wilde erg graag naar Mai-o-Tapu, een plek waar ze geothermische poelen hebben die heel mooie kleuren hebben. Omdat je als backpacker arm bent, is zeventig dollar voor een shuttle best veel. Ik en een Brits meisje wilden samen gaan en de receptionist raadde ons daarom aan om te liften. Een halfuur later stonden we gewapend met een bordje en een flinke tube zonnebrandcréme langs de kant van de weg en binnen tien minuten hadden we een lift. Sorry mam. De vrouw die ons oppikte was erg aardig en zette ons af bij de afslag naar het park. De stank in het park is erg doordringend, maar het schijnt het mooiste geothermische park van Nieuw-Zeeland te zijn. De poelen hebben zulke mooie kleuren. Eentje is zelfs volledig fluorescerend geel! De foto’s ervan geven alleen niets weg van de zwavelgeur. Een doekje voor je mond was daar af en toe best fijn geweest. De lift terug was ook binnen een minuut geregeld. Een Duitse backpacker wilde ons wel meenemen en nadat zijn auto verbouwd was van slaapplek tot een plek waar meer dan een persoon kon zitten, waren wij weer op weg naar Rotorua. Een andere bezienswaardigheid in Rotorua is het Redwood Forest, een bos waar enorme dennenbomen met een rode bast groeien. Uiteindelijk is het gewoon een bos, maar het is erg mooi en een fijne plek om even tot rust te komen.

Mai-o-TapuChampaign PoolMai-o-Tapu Champaign PoolsRedwood Forest

Tongariro Alpine Crossing: All go

Vanaf het moment dat ik wist dat ik naar Nieuw-Zeeland zou gaan verheugde ik me al op het lopen van de Tongariro Alpine Crossing. Het staat bekend als Nieuw-Zeelands’ beste eendaagse hike en voert langs Mt. Tongariro en Mt. Ngarahoe. Deze laatste staat ook wel bekend als Mount Doom uit Lord of the Rings. Het lopen van deze tocht is nogal afhankelijk van het weer. Een week voordat ik er was had het zelfs nog gesneeuwd. Het weer in de bergen is behoorlijk onvoorspelbaar. Nu weet ik dat dat zo is en niet omdat de Nieuw-Zeelanders dat gezegd hebben. In de tijd dat ik in Nieuw-Zeeland ben geweest heeft het weerbericht het namelijk nog niet een keer helemaal goed gehad. De Tongariro Crossing wordt alleen de helft van de tijd geannuleerd vanwege het weer. De dagen voordat ik naar het plaatsje Taupo ging leek het allemaal niet zo best, ook al had ik drie extra dagen om ervoor te zorgen dat ik toch kon gaan. Gelukkig kreeg ik de dag voordat we naar Taupo vertrokken het verlossende woord: Tongariro Alpine Crossing Wednesday December 12th: All go! Hierdoor kon ik genieten van het prachtige Huka Falls onderweg en me in Taupo voorbereiden op de volgende dag. Je wordt namelijk al vroeg naar het startpunt gebracht. Om half vijf ’s ochtends ging mijn wekker. Vanaf Taupo is het nog anderhalf uur rijden en rond zeven uur zette de buschauffeur ons af om de 19,4 kilometer lange hike te gaan doen. Ik kan alleen maar zeggen dat het prachtig is. Je waant je echt in Middle Earth en ook al is het een zware hike en is het bovenaan koud en kom je ineens in een regenbui terecht: het is het allemaal waard. Het landschap is na elke bocht en elke berg weer anders en als je eenmaal bovenaan de Red Crater staat voel je je echt alsof je iets hebt overwonnen. De Crossing gaat over een slapende supervulkaan, die nog wel stoom (en zwavel) uitstoot. Het viel alleen iets minder op vanwege de wolken die over de bergen joegen. Aan de voet van de krater liggen de emerald lakes, die de Maori heilig verklaard hebben en zo mooi zijn om te zien. Het enige jammere aan de hike is het einde. Het is een eindeloos lange weg naar beneden waarbij je knieën echt goed zeer beginnen te doen. Na 10 kilometer van die weg had ik daar wel genoeg van. Verder klaag ik niet, want ik heb de hike van mijn leven kunnen doen, ben niet verdwaald en heb kunnen zien wat ik wilde! Die avond heb ik nog gezeild op Lake Taupo, wat ook een supervulkaan is. Vreemd genoeg is Lake Taupo niet waterpas waardoor het wateroppervlakte gebogen is. Daar merk je vrij weinig van als je niet gehinderd door enige kennis even de zeilboot mag besturen. Niemand is verdronken, dus ik zie ineens een nieuwe carrière voor me.

Huka FallsTongariro CrossingTongariro CrossingTongariro Crossing Emerald LakeTongariro Crossing lakesTongariro Crossing Emerald LakesTongariro Crossing Red CraterTongariro Crossing Red CraterTongariro CrossingTongariro Crossing halfwayTongariro Crossing

River Valley

Ik zou eigenlijk drie dagen in Taupo blijven, maar omdat ik de crossing al gedaan had besloot ik om een bus eerder te pakken en alvast naar River Valley te gaan. River Valley is een ontzettend afgelegen plek waar je geen mobiel netwerk en geen WiFi hebt. De belangrijkste activiteit daar is het raften, waar ik me gauw voor inschreef. Het hostel was een echte lodge, met een grote haard in het midden en houten tafels alsof het een taverne is. Erg gezellig om in te verblijven. Vlak voor de lodge stroomt de rivier. Je kon hier met een houten trolley die aan een kabel hing overheen. Ik en een meisje in de bus besloten ook te gaan nadat we andere het zagen doen. We gingen alleen iets eerder raften dan de bedoeling was, want op de terugweg knapte de stalen kabel ineens waaraan de houten trolley hing. Hierdoor kwamen we allebei met houten trolley en al in het water terecht. Gelukkig konden we snel naar de kant zwemmen, al zitten we nu wel onder de blauwe plekken. Aangezien we er niets aan konden doen en het absoluut de schuld van de mensen van de lodge was dat de kabel niet meer goed was, kregen we gratis raften aangeboden. Eigenlijk kon ik dus twee dagen gratis achter elkaar, al was alleen de tweede keer gepland. Je moet weer een hele uitrusting van wetsuits, laarzen, helmen en zwemvesten aan. Nadat ik vriendelijk werd verzocht mijn helm andersom op te doen konden we gaan. Je hebt in de rivier stroomversnellingen van alle vijf de moeilijkheidsgraden waardoor het een goeie leercurve is. Het begint gemakkelijk en eindigt steeds moeilijker. Ik had even mijn twijfels toen het erop leek dat er veel links-rechts-signalen gegeven gingen worden, maar het is helemaal goed gegaan en we zijn niet een keer uit de boot gevallen!

River Valley Raften

Nu ben ik in Wellington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland. De tocht door het Noordereiland zit er al vrijwel op! Nieuw-Zeeland is echt een heel gastvrij land en de mensen hebben een leuk gevoel voor humor. Zo kwamen we onderweg naar Wellington door het plaatsje Bull, waarbij iedere winkel, praktijk of kantoor een eigen woordgrap gemaakt heeft. Zo is de politie ‘Const-a-Bull’, de chiropractor ‘Adjust-a-bull’, McDonalds ‘Consum-a-Bull’, de parkeerplaats ‘Park-a-Bull’, en de toiletten ‘Relieve-a-Bull’. Het is een land waar je je meteen welkom voelt. Nu op naar het Zuidereiland, dat nog veel mooier moet zijn dan het Noordereiland. Aangezien dit al fantastisch was, kan ik niet wachten!  

Foto’s

7 Reacties

  1. Betty:
    15 december 2018
    He lieverd,
    Wat een prachtig verhaal vol belevenissen weer. Liften.....tja..je leeft nog..
    Nog een goede tip, je neemt een touwtje, stukje plakband (of bij gebrek er aan, elastiekje, kauwgum, of nog meer touw). Pak je fles zonnebrand en wikkel het touwtje om de hals, stukje plakband er om zodat het niet wegglijd. Hang het om je nek!

    Hele dikke tuut, mama
  2. Marjolein:
    15 december 2018
    Mooi Jannes. Ontzettend tof dat je de hike hebt kunnen doen- ziet er fantastisch uit! (En de rest ook). Stuur je in je volgende blog ook een foto mee hoe de tip van hierboven eruit ziet? ;-)
    Liefs ons
  3. Henk Kloosterman:
    16 december 2018
    Het is wel weer prachtig hoor Janneke! Blijf uit de buurt van kabelbanen zou ik zeggen ;-).
    Liefs, papa
  4. Marjan Beuving-Oostland:
    16 december 2018
    Wat een mooi verhaal van bijzondere belevenissen! Veel plezier met wat nog (meer) komen gaat!
    Kus, (tante) Marjan
  5. Annelies:
    18 december 2018
    Ohhhhhhhhhhh Janneke.Mooi verhaal . Wat knap allemaal van je. Nog heeeel veel plezier en doe voorzichtig!!
  6. Claudia:
    30 december 2018
    Leuk om te lezen Janneke. Ging je gisteren toch weer met volle moed in een kabelbaan. Ben benieuwd naar je verhaal op het Zuidereiland. Nog veel plezier!!
  7. Egbert:
    3 januari 2019
    Mooie verhalen en foto's. .Kijk uit naar de volgende!!