Welcome to Straya

22 november 2018 - Sydney, Australië

Hoe gaaf zou het zijn om nog een keer op reis te gaan voor een paar maanden, dacht ik meteen nadat ik 4,5 jaar geleden terugkwam uit de Verenigde Staten. Twee bestemmingen waren duidelijk: Nieuw-Zeeland en Australië. Die laatste niet omdat ik per se het land wilde bezoeken, maar om mijn vrienden weer te zien. Er leven daar te veel dieren die dodelijk zijn, om nog maar te spreken over de spinnen. Ik wilde naar Nieuw-Zeeland vanwege het prachtige landschap. Verder wist ik het nog niet, maar één ding was zeker: dit gaat gebeuren. En dus ging ik sparen. Flink. Eind vorig jaar besloot ik dat 2018 het jaar moest worden. Zo werden begin dit jaar de plannen een stuk concreter. Ik bracht een bezoek aan Kilroy, een reisbureau dat gespecialiseerd is in dit soort reizen, en besprak mijn wensen. Zij gaven me goed advies en zo werd de route steeds duidelijker: ik zou vier maanden reizen door Australië, Nieuw-Zeeland en Zuidoost-Azië, met als belangrijkste stop Nieuw-Zeeland. Ik wilde graag in het voorjaar gaan, omdat ik bang was anders levend te verbranden Australië, waar de zon bijna altijd schijnt en bovendien de ozonlaag dun is. Ik besprak hoe lang ik in elk land zou blijven en wat ik daar wilde doen, terwijl ik ook nog een beetje flexibiliteit wilde houden. Begin juni wist ik het zeker en boekte ik de tickets. Nu kon ik eindelijk zeggen: dit jaar ga ik echt!

Toen begon het echte regelen: visums, reisbenodigdheden zoals zonnebrand (liters), anti-insectenspray (emmers), maar ook een grotere backpack, dagrugzak, het stopzetten van abonnementen en ga zo maar door. En ondertussen veranderde ik ook nog eens van baan. Een hectische periode, maar met een positieve uitkomst. Ik kreeg vier maanden verlof toegekend en toen stond niets me meer in de weg om op 7 november 2018 afscheid te nemen van mijn familie en in het vliegtuig te stappen. Met behoorlijke traanogen, dat dan weer wel.

De vlucht naar Australië duurde 21 uur. Met de wachttijden op luchthavens en de overstap in Dubai bleek de eigenlijke reis ongeveer 28 uur. In Australië verblijf ik bij mijn vrienden in Sydney. Na een lange vlucht, waarbij ik toen we eindelijk geland waren gigantisch mijn hoofd stootte aan de bagagecompartimenten in het vliegtuig (ik moest erg lachen, mijn medepassagiers waren vooral geschrokken), stond ik om elf uur ‘s avonds lokale tijd in de Arrivals hal in Sydney. Alleen, want mijn vrienden konden geen parkeerplaats vinden. Tien minuten later waren we eindelijk herenigd, na drie jaar. Ik werd verwelkomd met meer eten dan een mens mogelijk op kan in een maand en bleef slapen in Glebe, een buitenwijk van Sydney. Dat adres had ik nog even op moeten vragen toen ik al in het vliegtuig naar Sydney zat en plotseling een verblijfplaats op de aangiftekaart moest schrijven. Tot zo ver de goede voorbereiding. De goede voorbereiding bleek nog minder goed toen ik mijn telefoon wilde opladen en erachter kwam dat ik stekkers voor de hele wereld bij me had, behalve die van Australië. Gelukkig zijn opladers tegenwoordig redelijk universeel, maar voor de mensen die nog gaan: drie pinnetjes, waarvan er twee schuin staan. Niet zoals de Britse, want dat zou te logisch zijn.

Josephine woont vlakbij Darling Harbour. Vanaf daar loop je langs de haven naar Sydney Harbour, waar het Sydney Opera House en de Harbour Bridge zich bevinden. Dat is best een eindje lopen, maar zeker de moeite waard. Tijdens de wandeling door de stad werd ik erg enthousiast van de ibissen die overal rondlopen. Inmiddels weet ik dat die vogels de duiven van Australië zijn. Niet speciaal dus. In het centrum ontmoette ik de zus van Josephine, Katherine, die dankzij een brandalarm even bij haar werk weg kon. Met haar zijn we naar het Opera House gelopen. Sydney Harbour is echt prachtig om te zien en natuurlijk een must als je naar Sydney gaat. Je kunt over de Harbour Bridge lopen, alleen kost dat ruim €200,00. Vanuit de veerboten heb je ook een prachtig uitzicht over de haven, dus heb ik dat gedaan. Eventueel is er nog de goedkopere optie van 20 dollar om in een pilaar van de Harbour Bridge naar boven te gaan. Misschien dat ik dat nog doe.

Opera House Harbour Bridge

Hoewel ik nog geen dag in Sydney was, bleek het alweer tijd om de spullen te pakken en te gaan. Een tripje naar de Hunter Valley stond namelijk gepland. Dit is een wijnstreek op ongeveer twee uur rijden van Sydney. Onderweg nog kangoeroes gezien. Ik had met mezelf afgesproken normaal te reageren, maar ik denk dat de automobilisten in de auto’s om ons heen op de snelweg me ook hebben gehoord toen ik riep dat ik ze zag. We verbleven in Maitland, een schattig plattelandsstadje in een mooie groene omgeving. Ik vind overigens dat Sydney en omgeving heuvelachtig tot bergachtig is (lees: je auto heeft moeite om omhoog te komen), maar Josephine en Julia blijven volhouden dat het slechts glooiingen in het landschap zijn. Mijn Nederlandse benen zijn het daar absoluut niet mee eens.

Maitland is dus echt heuvelachtig met wat bergen op de achtergrond (Aussies vinden dat dan grote heuvels). Ondanks dat er niet veel gebeurt is het wel een handige locatie om naar de wijngaarden te gaan. In het hotel waar we sliepen had ik overigens meteen al een groot schrikmoment. Bij het traplopen had ik vanuit mijn ooghoeken een enorme spin gezien op het plafond. Ik schoot natuurlijk meteen in de stress, maar wilde het wel zeker weten. Daarom ben ik zelfs nog een keer teruggelopen, maar omdat ik een held op sokken ben als het om spinnen gaat (toegegeven, andere insecten ook) durfde ik alleen van een afstand te kijken. Na deze dubbele check ben ik teruggelopen naar de kamer, heb geroepen dat er een enorme spin zat en of ze alsjeblieft met me mee wilden gaan straks om te kijken of hij ook giftig was. Toen we het hotel uitgingen om iets te eten keken ze stomverbaasd naar het plafond. Bleek het om een rafelig gat in het plafond te gaan, met rare uitsteeksels. Ik heb het maar op de jetlag gegooid. De taalbarrière kwam ik dit keer niet mee weg.

Hunter Valley

De taalbarrière is er trouwens zeker. Ondanks dat ik vloeiend Engels spreek, snap ik maar de helft van wat er uit de mond van een Australiër komt. Dat Straya Australië betekent en je sunnies je zonnebril snapte ik nog wel, maar sommige dingen… Zo is brekkie is breakfast, cozzie betekent zwemkleding, budgie smugglers is een speedozwembroek, bogan betekent boers, marina is haven, thongs (string in normaal Engels) zijn je slippers, een ranger is iemand met rood haar. Het duurt soms even voordat je daar achter bent. Sowieso korten ze hier als het even kan echt alles af. De supermarkt Woolworths is Woollies, Hamilton Island is Hamo, Brisbane is Brizzie, de barbecue is de barbie. Na een tijdje begin je te snappen waar ze het over hebben.

In de Hunter Valley heb je verschillende wijngaarden die je kan bezoeken. Je gaat er gewoon heen, betaalt vijf dollar (ongeveer 3 euro) en dan mag je alle wijn proeven die ze hebben. Koop je een fles wijn, dan hoef je de vijf dollar niet meer te betalen. Een perfect begin van de reis dus. We hebben in totaal vijf verschillende wijngaarden bezocht waarbij we elk onze favoriet hadden. We waren allemaal wel te spreken of Tyrrel’s en Krinklewood. Bij deze laatste heb ik een fles wijn gekocht die Spider’s Run White heet. De naam van de wijn komt van de mensen die ’s ochtends als eerste tussen de wijnranken lopen en dus de Spider Run doen. Uiteraard heb ik de wijn gekocht om hen financieel te steunen. Dat het de lekkerste wijn was die ik ooit heb gehad kwam natuurlijk pas daarna. We vonden allemaal Brokenwood niet zo leuk om naartoe te gaan. Bij Tempus Two hadden ze heerlijke wijn. Julia reed, dus proefde alleen af en toe van de rode wijn omdat ze die het lekkerste vindt. Toen de sommelier bij Tempus Two dat hoorde schonk hij haar een glas rode wijn in van een wijn die 100 dollar per fles kost! Daarna mocht ze de wijn niet kopen, want dat was veel te duur als ze een gewone baan had dus moest ze maar genieten van de herinnering. We sloten af bij Peppertree, waar je heel mooi buiten kunt zitten. Terug in Maitland hebben we wijn aan de oever van de rivier gedronken. De jetlag sloeg er alleen in als een bom en om half negen hield ik het niet meer en ben ik vast teruggegaan.

Hunter Valley

De volgende dag zagen we tijdens een wandeling nog rainbow lorikeets, heel mooie gekleurde vogels, een soort papegaaien. Maar net zoals de andere vogels ben ik maar opgehouden met foto’s maken, want je ziet ze echt overal. Tijdens de terugreis zijn we nog langs het Australia Wildlife Walkabout Park gegaan, waar je kangoeroes en koalas kan aaien. De droom natuurlijk. Ook hebben ze er slangen, vleerhonden, wombats, echidna’s en possums. De vacht van een koala is veel zachter dan je zou denken en heel dik. De eucalyptusbladeren die ze eten zijn eigenlijk giftig, waardoor ze heel langzaam bewegen om die te verteren. De bast van de eucalyptusboom houdt ze koel en daarom houden ze die zo vaak vast met hun armen.

Koala KoalaKangoeroe

In Newtown, een voorstadje in de buurt van Glebe, was ’s middags nog een festival, maar omdat het zo verschrikkelijk druk was zijn we daar niet lang gebleven. Heel Sydney bleek er voor uitgelopen, maar zo bijzonder was het nu ook niet. Wel werd ik uitgenodigd om te komen eten bij Julia’s ouders. Catherine en Ian zijn ontzettend aardig en ze boden meteen aan dat ik ook nog wel hun vakantiehuis in het national park Era kon bezoeken.

Op maandag 12 november ben ik naar Taronga Zoo gegaan in Sydney. Dit dierenpark geeft een prachtig uitzicht over Sydney en met de ferry kom je vlak langs het Opera House en de Harbour Bridge. Het is zeker de moeite waard om te bezoeken! Tijdens een roofvogelshow vloog nog een vogel weg, waardoor de show voortijdig moest worden afgebroken om haar te zoeken. Vlakbij de dierentuin ligt nog een heel klein schattig strandje waar je ook een heel mooi uitzicht hebt over de baai. Als je over de rotsen klautert kom je vervolgens in een holte waar je uit de zon (belangrijk hier) en in de koelte rustig even kunt kijken.

Uitzicht Toronga zoo Strand vanaf Toronga

Sydney heeft zoveel te bieden, dus heb ik op dinsdag een wandeling gedaan. Eerst naar het Opera House en vanuit daar door naar de Royal Botanic Gardens. De entree is gratis en het park is enorm groot. In elke hoek staan weer andere soorten planten, waardoor overal iets te zien is. Hier zag ik een wilde Kookaburra, de grootste van de ijsvogels. Hier was ik ook erg enthousiast over, want ik dacht dat ze zeldzaam waren. Als er in Nederland in de dierentuin op de bordjes staat ‘kan gevonden worden in Australië’, doet dat vermoeden dat je ze moet zoeken. Niet dus. Ze vliegen gewoon overal, net als kaketoes en pelikanen. Vanuit de Botanic Gardens loop je via St Mary’s Cathedral en Hyde Park de stad in. De kerken hier zijn nog niet heel oud. De oudste is de St. Andrews Cathedral, waarbij je als je naar binnen stapt meteen drie mensen om je heen hebt staan die je er alles over willen vertellen. Het centrum van Sydney is leuk om te winkelen. Wat ik erg grappig vind is dat ze overal de kerstversiering aan het ophangen zijn, en dat dit niet verschilt van de onze. Ik heb verschillende Aussies gevraagd of er ook maar iets anders is, maar het verschil blijkt vooral de prijs van een echte boom (200 dollar!) en het weer. Dat overal kersttafereeltjes verschijnen met besneeuwde daken terwijl het buiten 29 graden is blijf ik bizar vinden. Al geeft het natuurlijk wel sfeer!

 KookaburraBotanic Gardens

Hamilton Island

In mei vroeg Julia of ik mee wilde naar Hamilton Island, een eiland die hoort tot de Whitsundays en onderdeel is van het Great Barrier Reef. Haar ouders hadden tickets geboekt maar konden die week niet meer gaan. Heel vervelend allemaal. De tickets stonden nog wel op hun naam, dus zo kon het dat ik op woensdagochtend 14 november als Catherine op het vliegveld in Sydney stond. Je mag overigens zoveel vloeistof meenemen in je handbagage als je dragen kunt als je een binnenlandse vlucht doet. Dat vond ik heel bizar, maar hier is het doodnormaal. Een scheermesje of nagelknippertje mag dan weer niet, want gevaarlijk. Een fles wijn uit de Hunter Valley was daarom onderdeel van de mijn bagage. Niemand controleert welke naam je gebruikt als je al ingecheckt bent. Wel wilden ze graag weten of ik ook explosieven bij me had, nadat ik door de security heen was, dus mocht ik mijn rugzak openen om vervolgens een beveiligingsbeambte overal monsters van te laten nemen.

Hamilton Island is wat ze noemen het paradijs. Palmbomen, helderblauw water, witte stranden, papegaaien, kokosnoten die uit de boom vallen, luxe zeiljachten in de haven, koraal en ga zo maar door. Het is ook een eiland waar vooral de allerrijksten heen gaan. Onze goedkope hotelkamer konden we dan ook maar 1 nacht betalen (300 dollar per nacht!). Je moet de balkondeuren dicht laten, want anders vliegen de kaketoes naar binnen en jatten alles. Je kunt vrij gebruikmaken van het zwembad en benodigdheden voor watersporten zoals snorkelen, standup paddleboarding, kajakken en zeilbootjes. De eerste dag hebben we vooral rondgehangen in het zwembad. ’s Avonds hebben we de zonsondergang bekeken vanaf One Tree Hill, waar overigens meer dan 1 boom staat. Dat is echt magisch om te zien. Voor een mevrouw bleek het iets minder magisch, want ze had net een aanzoek gehad maar de ring in de bosjes laten vallen. Ze bleef maar roepen dat het om een 12 karaats diamanten gouden ring ging. Ze heeft hem gelukkig weer gevonden. In het sjieke restaurant waar we dankzij een gulle gift van Julia’s moeder konden eten, doopte ik vervolgens mijn kippenpootjes in het kommetje waar water met wat citroen in zat. Ik dacht dat dat voor de extra saus was, tot Julia me proestend van het lachen uitlegde dat dat was om je handen schoon te maken. Sjiek is aan mij dan ook echt niet besteed.

HamiltonHamiltonOne Tree HillKaketoe

De volgende dag gingen we al vroeg op pad om een wandeling naar een uitzichtpunt te doen. Ondanks dat het half zeven ’s ochtends was, bleek het al bloedheet en was het bijna niet te doen. Het uitzicht is wel fantastisch, maar de klim is best zwaar. Ik was dan ook blij dat we ons om konden kleden om naar het strand te gaan. We zouden snorkelen en standup paddleboarding doen, waar ik erg veel zin in had. Ik had me van tevoren flink ingesmeerd met zonnebrand (ze verkopen hier bovendien niet lager dan spf 50) en een zwem t-shirt aangetrokken. Het snorkelen was echt heel gaaf. Het eerste moment dat ik mijn hoofd onder water stak stond ik meteen oog in oog met een zeeschildpad. Omdat mijn brillenglazen besloegen wist ik eerst niet zeker wat het was en dacht ik even dat het een grote pijlstaartrog was. Toen ik zag dat het een schildpad was op nog geen meter afstand vroeg ik me even af: vind hij dit leuk? En toen maar gauw de onderwatercamera gepakt! We hebben hem Crush genoemd, naar de schildpad in Finding Nemo. Ik blijk overigens vreselijk in video’s maken met de onderwatercamera, maar het gaat om het idee. Hamilton (of Hamo) heeft al mooie koralen met heel veel vissen. Ik was nogal bang voor kwallen en haaien. Julia legde me op het strand nog even fijntjes uit dat de kwallen die daar voorkwamen eigenlijk altijd voor een pijnlijke dood zorgen als je er niet snel genoeg bij bent (al heb je bij een box jelly maar 2 minuten voordat je een hartstilstand krijgt) dus ik was al erg enthousiast om het water in. 11 kilometer verderop was iemand twee weken eerder aangevallen door een haai en daarbij overleden. Ook in het hotel waarschuwden ze ons hiervoor. Gelukkig heb ik beide niet gezien! ’s Middags gingen we standup paddleboarding doen, waarbij Julia echt de allerslechtste lerares is. Ze ging erop, peddelt meteen honderd meter de zee in en riep vervolgens onverstaanbare instructies. Nadat ik vijf minuten hard had gepeddeld maar op dezelfde plek bleef, kwam er een aardige Australiër aan die me uitlegde dat ik verkeerd peddelde. Daarna ging het goed en ik ben niet een keer gevallen!

HamiltonLookout Standup Paddleboarding HamiltonHamilton

Wel ben ik gigantisch verbrand door dat grapje. Ik had het t-shirt aan, maar de rest was keurig dieprood verbrand. Mijn voeten het ergste, want daardoor kon ik amper meer schoenen aan en deed lopen zeer. Omdat we ’s avonds niet sliepen in Hamilton, namen we de veerboot naar Airlie Beach, een kleine drie kwartier varen. Daar verbleven we in een hostel, maar de eerste stop was de drogisterij om heel veel after sun te kopen. Wel balen, want een dag later zouden we naar Whitehaven Beach gaan en snorkelen op het Inner Reef en dan is verbranden niet zo’n goed idee. Gelukkig kwam ook dat wel weer goed. We zijn met de Ocean Rafting Tours naar Whitehaven gegaan en ik kan zeggen: die boot gaat hard! Maar het is een fantastische tocht, waarbij je je goed vast moet houden en de kapitein rustig nog even drie keer keihard door de bocht gaat. Deze organisatie wilde wel graag dat je een stinger suit aantrok, een soort wetsuit die je beschermt tegen kwallenbeten. Omdat we eerst naar Whitehaven gingen hoefde dat nog niet. Whitehaven is het meest gefotografeerde strand van Australië en het op een na meest getagde strand van Instagram. Als je er komt zie je meteen waarom. Lichtblauw water op een helderwit strand. Het is echt te mooi om waar te zien. Het witte stand is heel erg fijn en wordt niet heet. Onze tourbegeleider stuurde iedereen eerst naar het uitkijkpunt, waarbij hij droogjes opmerkte “Gaan jullie maar eerst. Ik hou niet zo van slangen.” Australische humor. Daarna gingen we naar beneden het strand op, wat echt zo mooi was! In het ondiepe water zwommen een paar kleine rifhaaien en een grote pijlstaartrog. Hier trok ik als enige alvast mijn stinger suit aan, want ik verbrandde levend. Hoewel ik graag mag denken dat het eruit zag als catwoman, voelde het meer als Bridget Jones. Totaal onelegant, maar het hielp wel! We zijn ongeveer een uur op het strand gebleven en toen was het tijd om te snorkelen.

Whitehaven Beach Whitehaven BeachWhitehaven BeachWhitehaven BeachWhitehaven Beach

Het weer zat mee en de golven waren niet hoog. Hierdoor konden we naar een mooie surfplek toe, die bij hoge golven niet toegankelijk is. Aan weerskanten is een rif met afgrond en de mooiste koralen kun je daar vinden. We zijn naar het Inner Great Barrier Reef gegaan, waar je de zachte koralen hebt met de mooie kleuren. Het Outer Great Barrier Reef heeft de hardere, wittige koralen die iets minder mooi zijn om te zien. Ik had het snorkelen alleen nog niet echt onder de knie, dus moest om de drie meter naar boven om water uit de snorkel te halen. Ik vond het dan ook helemaal niet zo heel leuk om te doen. Nu weet ik dat je niet de hele snorkel in je mond moet doen, maar slechts een klein stukje. Julia verzoop bijna toen ze zag hoe ik het deed en de begeleiders keken me een beetje ongelovig aan. Het went, denk ik dan maar. Vijf minuten voor het einde had ik het eindelijk door, maar toen was het alweer tijd om naar de tweede plek te gaan. Ook hier was het koraal echt prachtig en zwommen er zoveel mooie vissen rond. En omdat ik niet elke drie meter hoefde te voorkomen dat ik verzoop, was het ook nog eens leuker! De tocht duurt een hele dag, maar het is zeker de moeite waard om te doen! ’s Avonds zijn we nog uiteten gegaan met vrienden van Julia die in Airlie Beach wonen (waarbij ik even wil vermelden dat ondanks de naam, Airlie Beach dus geen strand heeft). Onze vlucht ging op zaterdag weer vanuit Hamilton. Julia wilde graag een mooie wandeling doen, maar vanwege mijn verbrande voeten wilde ik vooral ondergedompeld worden in Aloë Vera. Ik ben daarom niet meegegaan de berg op in Hamilton, maar ben eerst weer naar de drogisterij gegaan waar ik het allerbeste spul tegen verbranding heb gekregen. Werkt echt fantastisch. Daarna heb ik lekker aan het zwembad gelegen.

Hamilton Island is echt een fantastische plek om naartoe te gaan, maar wel erg prijzig. De Whitsundays zijn een echte aanrader en als je eenmaal Whitehaven Beach hebt gezien, valt alles in het niets. Gelukkig hebben we de foto’s nog!

Foto’s

13 Reacties

  1. Marjolein:
    22 november 2018
    Mooi geschreven!! Wat een avontuur! (En vooral veel strand, wijn en jawel, zon)
    ‘Maar we gaan nu niet over het weer zeuren hè!’

    Liefs!
  2. Betty:
    22 november 2018
    He lieverd, wat een belevenissen! En wat is het er onvoorstelbaar mooi!

    Dikke kus, mama
  3. Tineke Fekkes:
    22 november 2018
    Wat een prachtig verhaal Janneke. En natuurlijk ook weer om te lachen. Hele mooie foto's! Ik blijf je volgen op je bijzondere reis. Geniet ervan
  4. Els Kloosterman:
    22 november 2018
    wow Janneke wat n verhalen! prachtig, vooral over die Spin haha, zoooo herkenbaar🤪
    leuk om te lezen allemaal😘
  5. Henk Kloosterman:
    22 november 2018
    Wat prachtig allemaal Janneke!

    Liefs,
    papa
  6. Herman:
    22 november 2018
    Fantastisch verhaal! Hou ons op de hoogte, je schrijft echt heel leuk! 😘
  7. Jaring:
    22 november 2018
    wauw wat een avontuur, Go Girl ! geniet ervan !
  8. Jeroen:
    22 november 2018
    Gaaf Janneke! Ik had graag mee gekeken door jou duikbril! 🐠 Nog maar een paar weken weg en al zoveel beleefd, prachtig! Superveel plezier nog!
  9. Robin:
    23 november 2018
    Haha, Janneke. Wat een heerlijk verhaal. Nu al! Kan niet wachten om te horen wat je nog meer meemaakt daar. Geniet!
  10. Kim Roerdink:
    23 november 2018
    Super leuk om te lezen, veel dingen heel herkenbaar. Geniet van je reis!!
  11. Chris:
    24 november 2018
    Superleuk om zo een beetje mee te reizen!! Enjoyyyy xxx
    Chris
  12. Bouke Roosma:
    25 november 2018
    Leuke blog! Veel plezier op je reis!
  13. Annemieke Schepers:
    29 november 2018
    Leuk!!!!!!!!!!