Yellow sun, red skin, blue mountains

3 december 2018 - Sydney, Australië

Het valt mee. Met de spinnen, haaien en kwallen. Van alle drie heb ik er maar een paar gezien en geen van hen waren dodelijk (denk ik). Wat niet meevalt is de zonnebrand. Ik ben bijna elke dag wel een keer verbrand, zelfs als ik overal zonnebrand op had gedaan en daarover kleding droeg! De Australische zon heeft daardoor wel kunnen doen wat geen enkele zon nog heeft gedaan: mijn benen zijn niet meer wit, maar beige. Een hele vooruitgang.

Dat ik zo verbrand was in Hamilton Island viel ook de mensen in Byron Bay op. De dag nadat ik terugvloog van Hamilton Island vloog ik namelijk alweer door naar de volgende favoriete bestemming van toeristen in Australië. Byron Bay ligt net onder Brisbane en is ongeveer een uur vliegen vanaf Sydney. Ik vloog naar de Goldcoast Airport dat op weer een uur rijden van Byron Bay ligt. Alleen is er een uur tijdsverschil tussen het vliegveld en Byron Bay. Zeer verwarrend allemaal. De stad zelf is heel erg relaxt en precies zoals je je een Australische kustplaats voorstelt. Overal mensen die met hun surfboard in de hand door de straten lopen, backpackers die komen en gaan, campervans en oude Volkswagen busjes die komen en gaan. De sfeer is zeer relaxt, het weer is goed en het is daarom echt een fijne stad om te bezoeken. De mensen zijn dan wel zo relaxt dat ze je telkens van advies willen voorzien als je zo roodverbrand langsloopt. Het spul wat ik van de apotheek had gekregen hielp erg goed (was chemisch spul, dus helemaal prima), maar één meisje die het me op mijn voeten zag spuiten werd helemaal gek. Gaf me meteen advies dat ze in een winkel verderop 99% aloë vera gel verkochten. Toen ik aangaf dat ik blij was met het spul dat werkte voegde ze er nog aan toe ‘But that contains chemicals, aloe vera is nice and organic’. Waarbij ik maar aangaf dat ik enorm van chemische producten hield en in mijn dagelijks leven eigenlijk niks anders meer wilde. Helaas heb ik geen foto van haar blik op dat moment.

Josephine en ik verbleven in een vakantiepark net buiten Byron Bay, maar vlakbij een van de stranden die weer uitzicht heeft op de zo bekende vuurtoren. Op zondag hebben we rustig aan gedaan en de stad verkend, maar op maandag was het tijd voor wat meer actie. We hebben daarom een auto gehuurd en zijn naar verschillende watervallen rondom Byron gegaan. Onze eerste stop was Killen Falls op ongeveer een halfuur rijden. Wij deden er veertig minuten over omdat ik navigeerde en niet goed oplette, maar dat heb ik Josephine niet verteld. Zij denkt nog steeds dat het ongeveer drie kwartier is. Na ongeveer tien minuten lopen vanaf de parkeerplaats ben je bij Killen Falls, een waterval waar je onderaan in het water kunt zwemmen. Voor je het water in bent moet je over verschillende rotsen heen en ook in het water kun je niet echt lopen. Het was ondanks de warme dag wel erg koud dus we zijn niet erg lang gebleven. Zelf was ik erg dankbaar dat ik net aan de kant stond toen een meisje gilde dat er een slang in het water zat. Het zijn de kleine dingen die gelukkig maken, zal ik maar zeggen.

De omgeving van Byron Bay is trouwens prachtig. Het is erg groen, heuvelachtig en het stikt er van de eucalyptusbomen. Overal zie je dan ook bordjes met dat je langzaam moet rijden omdat koala’s kunnen oversteken. Helaas heb ik geen wilde gezien. Onze volgende stop van Minyon Falls, weer een drie kwartier rijden van Killen Falls. Ik had gelezen dat je daar na een wandeling van drie kwartier door het regenwoud uitkwam bij een mooie waterval. Vol goede moed zijn we richting de waterval vertrokken. Toen we na een halfuur nog steeds niet het gevoel hadden echt dichterbij te komen hebben we het toch maar even aan voorbijgangers gevraagd. Bleek dat het nog dik een uur lopen was. We gaven niet op en zijn verder gelopen naar beneden. We waren gewaarschuwd dat er wat stenen waren aan het eind waar je overheen moest. Killen Falls had ook de stenen, dus we dachten dat het wel mee zou vallen. Uiteraard viel het niet mee. Na meer dan een uur kom je bij de stenen aan en dan heet het niet meer hiken, maar klimmen. Ik moest mijn tas echt op de volgende steen gooien, dan zelf erachteraan klimmen en het proces bij elke steen herhalen. Waarbij ik ook graag de nadruk wil leggen op de spinnen die je tussen de rotsen zag zitten. Na deze persoonlijke overwinning (op klimmen tussen de spinnen, niet over de rotsen) kwamen we bij een prachtige waterval aan. Er kwam niet veel water overheen, maar hij was wel erg hoog. Het was inmiddels wel laat en het water was ijskoud, dus gezwommen hebben we er niet. We zijn er vanwege de tijd niet lang gebleven. De klim omhoog was zwaar en Josephine had het grootste gedeelte van mijn water opgedronken. Toen we bij een stroompje kwamen hebben we dat maar gedronken. Het regenwoud is erg mooi en ik zou zeker aanraden om Minyon Falls te bezoeken, zeker als je weet dat het om een wandeling van 3 uur gaat en niet van drie kwartier. We waren helemaal kapot toen we weer bij de auto kwamen en ’s avonds hebben we dan ook niets gedaan.

Byron BayByron BayMinyon FallsKillen Falls

De volgende ochtend waren we namelijk alweer vroeg op, want we (lees: ik) wilden de zonsopgang zien vanaf Cape Byron, waar ook de vuurtoren staat. Alles is alleen ver lopen dus ook dat was een wandeling van drie kwartier. De zon kwam op om tien over half zes, dus dat betekende dat we om half vijf op moesten staan om vervolgens om vijf uur te gaan wandelen. Dat hebben we niet gedaan, dus ons compromis was dat de wekker om vijf uur ging en we de wandeling deden wanneer het net licht was. Het is best weer een zware klim, telkens omhoog maar als je er eenmaal bent is het magisch. Cape Byron is het meest oostelijke stukje van het Australische vasteland en daarom de plek om de zonsopkomst te bekijken. Of zoals in ons geval: de zon verder op te zien komen. Onderweg hadden we een heel mooi strand gezien, Wategos Beach, dus nadat we even terug waren gegaan om uit te checken hebben we daar op het strand gelegen. ’s Middags hebben we lekker geluncht en vervolgens de bus terug naar het vliegveld genomen. Die avond heb ik Josephine’s ouders, Roslyn en Jonathan ontmoet.

Josephine had het er telkens over dat we konden surfskiën op woensdag over de baai in Cronulla. Ik had geen idee wat het was, maar het is eigenlijk een gewoon een kajak die ook de zee op kan. We hebben een flink eind gakajakt naar Bondeena. Het kajakken zelf ging erg goed, maar het afstappen wat minder. Hierdoor sloeg de kajak op het laatste moment om en spoelde ik letterlijk aan op het strand. Toen we alweer bijna terug waren in Cronulla zag ik nog een stingray in het water.

Op donderdag zou ik eigenlijk naar Bondi Beach, maar omdat het enorm waaide ben ik naar het Australian Maritime Museum gegaan. Hier kun je je rustig een hele dag vermaken. Op vrijdag waaide het zo hard dat je nergens normaal kon lopen. Ik was naar Barangaroo gegaan, wat helemaal hip en happening zou zijn, maar vanwege de wind ben ik er maar gauw weer weggegaan.

Zaterdag 24 november was ik uitgenodigd om naar het vakantiehuisje van de ouders van Julia te gaan in het Royal National Park. Zij hebben daar een huisje wat zij een shack noemen. Het was best groot en gezellig ingericht en nadat Julia twee spinnen had weggehaald was het er goed vertoeven. Het huisje ligt op 2,3km afstand van de parkeerplaats, dus je moet best een eindje lopen om er te komen, maar als je er eenmaal bent is het uitzicht prachtig. De huisjes behoren tot een hechte gemeenschap die zich Era noemt. Julia is er opgegroeid en kent het gebied op haar duimpje. Wat ik graag wilde zien waren de Figure 8 Pools. Letterlijk poelen in de rotsen in de vorm van een acht. De wandeling er naartoe is erg mooi, maar we zagen al dat de golven erg hoog waren en over de rotsen sloegen. Het was daarom niet veilig om de poelen echt te bekijken. We zijn wel naar het gebied gelopen waar ze zouden moeten zijn en toen we aankwamen stonden verschillende mensen al op de rotsen naar een Aziatisch gezin te kijken die vlakbij de rand stonden. Toen we vroegen wat er aan de hand was vertelden ze dat er net iemand was geweest die zei dat ze weg moesten bij de rand vanwege de golven en dat de golven over het hele plateau konden komen. Daar stonden wij ook, dus zijn we gauw aan de kant gegaan. Nog geen minuut later kwam er een golf die het Aziatische gezin letterlijk over de rotsen spoelde. Gelukkig niet richting zee, maar iedereen was flink geschrokken. We hebben nog een uur gekeken of het minder werd en gelachen om de mensen die snel van steen naar steen hopten om te kijken of ze naar de Figure 8 Pools konden. Toen we weggingen wilden we weer over de platte stenen lopen in plaats van over de rotsen. Een foute beslissing want we waren nog niet halverwege toen Julia riep dat er een heel hoge golf aan kwam en we ons schrap moesten zetten. Meteen na de eerste kwam nog een tweede, derde en vierde. Julia stond nog wat stabieler dan ik en kon voorkomen dat ik weggleed. Paniek, want ik had mijn camera nog vast. Gelukkig is die wel droog gebleven en zijn we lachend weer weggelopen. Tot onze middel doorweekt, dat dan weer wel.

Nadat we ons afgedroogd hadden zijn we naar het clubhuis gelopen waar meer bewoners zich verzameld hadden. Vlakbij was een tamme Kookaburra die ook gewoon vlees lust. Ik vond het erg leuk om te zien hoe hij zijn eten kapotsloeg voordat hij het at. De bewoners vonden hem vooral erg irritant. Klein meningsverschil. Julia en ik werden ook nog uitgenodigd voor een kampvuur aan het strand. Net toen we bij het vuur aankwamen kwam er een grote golf die het vuur overspoelde. Even later was het nieuwe vuur gemaakt en was het heerlijk vertoeven op het strand.

Julia wilde me eigenlijk op zondag de zonsopkomst laten zien op het strand en me leren surfen. Beide wilde ik eigenlijk niet. We sliepen door de zonsopkomst heen en toen we wakker werden waren de golven zo hoog dat surfen geen optie was. Een perfect begin van de dag dus! We zijn de omgeving van Era wat meer gaan verkennen maar al gauw werd het te warm. We hebben daarom maar wat spelletjes in het huisje gedaan en zijn na het warmste gedeelte van de middag naar de auto gelopen. Met de auto was het maar een klein stukje naar een rivier waar je een roeibootje kon huren, dus dat hebben we nog gedaan voordat we weer richting Sydney gingen.

Op maandag ben ik naar Manly gegaan. Manly is een suburb van Sydney en heeft precies dezelfde sfeer als Byron Bay. Het strand is erg mooi en de promenade is fijn om over te lopen. Nog fijner is om op het strand te zitten en gewoon te genieten van hoe mooi het er is. De veerboot kost een paar euro en gaat vanaf Circular Quay ieder halfuur. Die avond hadden Josephine, Julia en ik afgesproken om uiteten te gaan, want het was onze laatste avond met z’n drieën. Julia nam ons mee naar een enorm slecht veganistisch restaurant waar het eten echt niet te doen was. Gelukkig vonden we wel een wijn die uit één van de wijngaarden die we hadden bezocht kwam, dus maakte dat alles weer een beetje goed. Je mag in Australië in sommige restaurants je eigen drinken meenemen. Heel apart, maar in dit geval dus wel handig.

Dinsdag ben ik dan eindelijk naar Bondi Beach geweest. Het strand is echt heel erg mooi en het stikt er van de mensen. Vrijwel alleen de strandwachten komen uit Australië en ze zijn ook nodig. Ik heb me laten vertellen dat ze op een dag als Nieuwjaarsdag 50.000 mensen naar Bondi komen en ze gemiddeld 2000 reddingen moeten uitvoeren. De stroming is er wel vrij sterk en je wordt al snel meegesleurd door het water richting een mui.

Vanaf Bondi Beach kun je een wandeling langs de kust doen naar Coogee Beach. Dit is ongeveer 6 kilometer en je doet er ongeveer 2 uur over om heen en terug te komen als je flink doorstapt. Onderweg is het erg mooi en kom je nog twee strandjes tegen. Deze strandjes waren gesloten voor zwemmers. Want waar de golven schuin aan Bondi voorbijgaan, komen ze recht op die twee strandjes af waardoor de stroming erg gevaarlijk is en de golven hoog zijn. De wandeling is zeker de moeite waard om te doen. Ik kon helaas geen bus vinden die terugreed naar Bondi, dus ik ben teruggelopen. Het beste kun je de wandeling vroeg in de ochtend doen, want midden op de dag is het niet zo fijn om in de volle zon te lopen. Na de wandeling was het eindelijk tijd voor de langverwachte surfles. Vooraf teken je een document waardoor je akkoord gaat met de verschillende manieren waarop je een pijnlijke dood kunt sterven. Alsof dat nog niet genoeg is word je daarna geacht te snappen hoe je een wetsuit fatsoenlijk aantrekt. Ze zeiden achteraf dat het voor mij lastiger was omdat de mijne nat was, maar ik heb mensen een natte wetsuit een stuk eleganter aan zien trekken dan rond te hoppen in een hokje met een arm erin en de andere vast in het pak. Toen ik hem eindelijk aanhad kregen we een korte uitleg over de stromingen in de zee en werd ons gevraagd wat ons doel voor die dag was. Nooit over nagedacht natuurlijk, dus ik heb maar gezegd dat mijn doel was om 1 seconde te staan. Ik vond ‘niet opgegeten worden door haaien, niet gestoken worden door een kwal en niet op een stingray staan’ wat dramatisch klinken toen ik de doelen hoorde van de rest (tien seconden staan, een bochtje maken etc.). Na een korte oefening op het strand werden we de zee in gestuurd om liggend op de surfplank een golf te pakken. De instructeur hielp ons hierbij. Dat was het leuke gedeelte. Nadat we dat één keer hadden gedaan moesten we terug en kregen we uitleg om te gaan staan op de surfplank. Gezien mijn links-rechts-problemen bleek dit op het strand al een drama, dus toen we de zee weer ingestuurd werden ben ik maar gewoon blijven liggen. De instructeur dacht dat ik er te veel over nadacht, maar ik was vooral bezig met hoe hoog de golven waren en hoe ik er aan de ene kant op kon klimmen zonder er aan de andere kant weer af te vallen. Uiteindelijk had hij er genoeg van en moest het toch echt gebeuren. De eerste keer was een drama. Hij bleef maar roepen ‘linkervoet!’. Alsof dat helpt. De tweede keer was een groot succes. 3 seconden gestaan! Mijn doel verdrievoudigt! Ik had mijn lenzen alleen nog in en die werden steeds waziger door het zeewater. Zo wazig dat ik uiteindelijk alleen nog vormen kon zien. Nadat ik de verkeerde groep naar het strand was gevolgd heb ik ze maar uitgedaan. Ik vond het stiekem al wel best: ik had gestaan, was niet aangevallen door een beest en niet verdronken. Toch moest ik er weer in. De surfles was duur genoeg om wel te willen dat je doorgaat. Slecht idee, want daarna viel ik er telkens af, kreeg ik de surfplank nog een keer op mijn hoofd en moest ik daarna als een zeehond de zee uit kruipen. Dat terwijl je nog vrolijk moet doen voor de mensen die op het strand met medelijden in hun ogen naar je zitten te kijken. Ik heb het daarna maar bij liggend surfen gehouden. De instructeur feliciteerde me met het verdrievoudigen van mijn doel. Ik voelde me toen best trots, totdat ik hem moest vragen om de wetsuit van mijn benen te trekken. Elegantie is gewoon niet aan mij besteed.

BondiBondi

Woensdag was regen voorspeld. Ik had een tweedaagse tour naar de Blue Mountains geboekt die op woensdagochtend vertrok. Om vijf uur ’s ochtends hoorde ik het al plenzen en onweren. Om zes uur nog steeds, maar ik had geen e-mail dat het afgelast was. Door de stromende regen ben ik naar het ophaalpunt gegaan. Na een uur wachten kwam er iemand vertellen dat de tour afgelast was omdat de straat van de bussen ondergelopen was, er flashfloods in de Blue Mountains waren en het eigenlijk gewoon niet zo’n leuke dag daardoor zou worden. Gelukkig kon ik omboeken naar een eendaagse tour op donderdag. Ineens had ik een hele dag nog voor me. Ik ben maar na het Australian Museum gegaan (waar we door een brandalarm weer naar buiten moesten om in de stromende regen te wachten op het moment waarop ze toe zouden geven dat er water in het alarmsysteem was gekomen). Sydney doet het niet zo goed in de regen. Alles was ondergelopen, elk gebouw bleek lek en de luifels helpen vooral tegen de zon, niet tegen de regen. Achteraf blijkt er regen voor twee maanden in één dag te zijn gevallen. Zo zag het er op zich ook wel uit.

Op donderdagochtend miezerde het nog een beetje, maar waren de straten niet meer zo nat en kon de trip doorgaan. Onze eerste stop was Featherdale Wildlife Park, die de grootste hoeveelheid Australische dieren in de wereld heeft. We werden geïnformeerd dat je de kangoeroes en wallaby’s mocht voeren. Ik wilde eerst niet, totdat ik zag hoe schattig de wallaby’s zijn. Ik denk dat daarna iedereen wel wil. De volgende stop waren dan eindelijk de bergen. De Blue Mountains zijn fantastisch mooi. De bergen lijken blauw doordat de eucalyptusbomen die er groeien een olie afgeven die blauw weerkaatst in de lucht. Het is echt een plek die je gezien moet hebben als je in Sydney bent. Op de plek waar we als eerste waren liep een riviertje en waterval. De afgelopen negen maanden stelde die waterval niet zoveel voor, nu was het echt een mooie waterval om te zien. De wandeling naar beneden is wel pittig, met een stuk waar je je echt vast moet houden aan kettingen om beneden (en weer naar boven) te komen. Het is het wel waard om te doen!

Wallaby's

Onze tweede plek om te bezoeken in de bergen was Echo Point. Via het regenwoud liepen we daar naartoe, waar je uitzicht hebt op The Three Sisters. Het zijn drie rechtopstaande, uitstekende rotsen. De Aboriginals geloven dat het de drie dochters zijn van een magic man, die hen wilde beschermen door ze in steen te veranderen toen een monster op te afkwam. Toen het monster daarna op hem afkwam veranderde hij hemzelf in een lyre bird en verstopte zich. Hij kon zijn toverstok daarna alleen niet meer vinden en daarom kon hij zichzelf en zijn dochters niet meer terug veranderen. Het uitzichtpunt kijkt uit over de hele Blue Mountains en is zeker de moeite waard!

Blue Mountains

Donderdag was dan al mijn laatste avond in Australië. Josephine en ik zijn uiteten gegaan en hebben alvast afscheid genomen. Gelukkig maar, want de volgende ochtend zouden we samen richting de stad gaan, maar ik bleek ineens een stuk sneller weg te moeten dan zij, dus was het afscheid nogal vlug.

Mijn tijd in Sydney heb ik afgesloten zoals dat maar op één manier kan: bovenop de Harbour Bridge. Na lang wikken en wegen heb ik het toch gedaan. Als je bij de Sydney Bridgeclimb komt voelt het een beetje alsof je de gevangenis in moet. Je moet een alcoholtest doen en je krijgt een overal aan. Vervolgens krijg je een harnas om en moet je met z’n allen op een rij staan om een koptelefoon op te krijgen. De volgende logische stap waren de handboeien geweest, maar in plaats daarvan kregen we een pet. Bijna hetzelfde. Ze doen alsof het een super ingewikkelde onderneming is. En voor de mensen die de brug bouwden en de treden erin moesten maken voor de Bridgeclimb was dat ongetwijfeld ook zo. Maar het is helemaal niet zwaar of moeilijk. Je zit de hele tijd gezekerd aan de brug en eigenlijk sta je zo boven. De enige reden waarom het lang duurt is omdat je moet wachten voor de fotomomenten. Via de koptelefoon vertelde de begeleidster over de brug en het Opera House. En ondertussen geniet je van een prachtig uitzicht! Ik had een goede windstille, zonnige dag en kon daardoor enorm ver zien. Als je in Sydney bent en een kortingscode hebt, of net als ik gewoon denkt dat je er spijt van krijgt als je het niet doet, dan moet je het echt doen!

harbour bridge climb

En dat was dan Australië. Het land is enorm (mooi) en de mensen zijn vriendelijk. Er is letterlijk zoveel te zien dat drie maanden nog niet eens genoeg zou zijn, laat staan drie weken. Het voelde een beetje alsof ik weer in de Verenigde Staten was. De huizen en straten zien er een beetje hetzelfde uit. Ook hier mochten mensen fietsen op de snelweg (maar wel een helm dragen en even goed uitkijken als er een afslag komt!) en was het kraanwater vreselijk. Tijd doorbrengen met mijn vrienden was het allerbelangrijkste en dat is zeker gelukt. Ik ben blij dat ik gegaan ben, maar misschien nog wel blijer dat het nu tijd is om Nieuw-Zeeland te verkennen. Ik ben net aangekomen en het heeft de hele tijd geregend. Het voelt als een ouderwetse Nederlandse zomer, dus heerlijk!

Foto’s

6 Reacties

  1. Betty:
    3 december 2018
    He lieverd,
    Wat een belevenissen weer. Het klinkt als de tijd van je leven (maar we missen je wel een beetje hoor!). En wederom wat is het er ongelooflijk mooi!

    Dikke tuut, mama
  2. Henk Kloosterman:
    3 december 2018
    Prachtig hoor Janneke,
    veel plezier bij de kiwi's!

    Dikke kus, papa
  3. Marjolein:
    3 december 2018
    Wauw! Doe ze de groetjes tante Hakka!
  4. Yvonne:
    3 december 2018
    Weer erg mooi geschreven Janneke! Leuk om je verhalen te lezen, zo genieten we een stukje met je mee 😉 heel veel plezier nog! 😘 Yvonne
  5. Els Kloosterman:
    3 december 2018
    fantastische avonturen Janneke! We zijn stiekem best jaloers 😉
    Veel plezier in Nieuw-Zeeland!! 😘😘
  6. Reinder:
    5 december 2018
    Mooi Janneke
    Wat een verhaal prachtig
    Veel plezier